De warmte van de zon is niet goed in staat om de koelte van de rijwind te compenseren op deze mooie voorjaarsmorgen en dat is veel prettiger dan het klinkt. Ook met slechts een maillot en een zomertruitje onder mijn motorpak kan het al snel flink warm worden. De losse isolatie heb ik al verwijderd maar er blijven nog genoeg lagen textiel over om mij op temperatuur te houden. Het is aangenaam zoals alles aangenaam lijkt op deze dag. De wegen zijn leeg, het asfalt schoon, mijn motor ploft er rustig op los en de route is vrij. Een hele dag om te gaan en staan waar ik wil, stoppen waar ik wil en eten wat ik wil. Nou ja, dat laatste binnen zeer beperkte grenzen omdat ik al aan lijk te komen van een kopje lauwe lucht maar gelukkig went ook dat en heb ik mezelf tegenwoordig onder controle, al is het toch wat jammer dat dát pas lukte nadat ik een nieuw en idioot duur motorpak had gekocht dat nu dus nogal ruim zit en mij meer op een vormeloos maanmannetje doet lijken dan mij recht doet.
Bij Wijk stuur ik de dijk op waar op deze tijd vooral groepen toerfietsers de dienst uitmaken. Ik benader ze als rijdende chicanes maar laat ze de ruimte, leven en laten leven denk ik en mijn opgestoken hand wordt vrijwel altijd even vriendelijk beantwoord. De bochten rijgen zich aaneen en het zijn dit soort dagen dat Nederland een prachtig park lijkt en ik ben dankbaar dat ik daarin mag spelen. Voorbij Nieuwegein wordt de weg sneller en kan het gas verder open als je mentaal in staat bent het bordje met zestig te negeren. Ik heb daar al geen moeite mee maar het duo dat achter mij snel naderbij komt al helemaal niet. Nog voor de haakse bocht net voorbij Lopikerkapel blaast het duo mij voorbij en krijg ik een uitgestoken been als groet. De eerste die mij voorbijkomt rijdt op een kleine R6 die hoog in de toeren gillend doet of ze op de TT is. Dat het een vrouw is valt niet te missen. Haar leren raceoverall zit beduidend strakker dan gebruikelijk en laat niets te raden over. De tweede is bijna een kloon van mij. Ik heb haar al vaker gezien en zij rijdt net als ik op een grote GS al is die van haar een generatie nieuwer. Haar vlecht danst vrij onder haar helm uit terwijl ze de grote boxer geselt. Wat zij kunnen kan ik ook, denk ik en draai mijn gas verder open.
Het volgende stuk weg is bijna recht en door een willekeurig toeval nog leeg waardoor het tempo de grenzen van de rijontzegging vrolijk overschrijdt. Doordat ik als derde in het treintje zit hoef ik niet zo op de weg te letten en alleen hun remmomenten in de gaten te houden. Ik geniet van de bochten die ik steeds strakker neem en als keer op keer blijkt dat ik harder kan remmen dan ik dacht krijg ik er schik in en probeer op het droge asfalt mijn ABS te activeren. Kansloos maar het proberen blijft leuk en een goede training. Op deze wijze ben ik in staat ze bijna bij te houden en bij Jaarsveld gaat de snelheid er even uit, de vizieren omhoog en sluit ik aan. De vrouw op de GS draait haar hoofd om en groet me. Haar lach net zo breed als de mijne. De vrouw op de R6 draait haar gas weer open zodra we het dorp uit zijn en met een nijdige grauw gaat ze er vandoor. Onze twee BMW’s produceren slechts een diepe grom en het spel gaat verder, snel op de lege stukken, rustiger bij de fietsers. Miss R6 lijkt erg haar best te doen en hangt hier en daar naast haar motor terwijl haar achtervolger juist kaarsrecht op haar fiets blijft en niet lijkt te bewegen.
Volledig gecontroleerd neemt ze elke bocht op de ideale lijn en neemt heel veel snelheid mee in elke bocht waar ik een mindere waaghals ben en vaker terugschakel en fors moet accelereren om het duo bij te houden. Dan lopen we in op een paar toermotoren en die blijken voor miss R6 lastig om in te halen waarop mijn kloon te kop overneemt en in een overzichtelijke binnenbocht in één ruk de vier toerbuffels voorbijgaat. Ik volg met hetzelfde gemak en ditmaal is het de kleine die even achterblijft, en daarna weer hoog in toeren gillend op ons afkomt. We gebruiken steeds meer asfalt en steeds vaker voel ik mijn GS onrustig worden als ik losse steentjes raak. Ik weet dat het tussen oren zit, blijf kijken en de lijn bepalen. Ik krijg het bepaald heet van het harde werken. Schakelen, remmen, gas geven en je eigen persoontje in het zadel houden van een machine die elke paar seconden tussen de veertig en honderd van snelheid wisselt is hard werken. Het trillen en dreunen van het zware tweecilinder motorblok, het idee hier met zijn drieën helemaal los te gaan en het gevaar doen mijn hart sneller slaan, windt mij op en maakt een cocktail van hormonen los die ik normaal alleen ervaar met een speciale vriendin die in onze kringen als “nogal heftig” bekendstaat. Met een grijns bedenk ik dat het jammer is dat ik een nogal zacht zadel heb en een motorblok dat de meeste trillingen afvangt. Als ik dit op een Harley zou doen zou de gekende bijkomende specialiteit van dat merk (Girls, geen voorspel nodig!) er ongetwijfeld voor zorgen dat een ongekend diepe zucht mijn tempo even zou wegnemen.
Zo denderen we voort en komen bij Schoonhoven aan waar de pont net weg is. Drie motoren tikken luidruchtig de hitte van zich af en helmen worden afgezet. Miss R6 blijkt Indonesisch bloed te hebben en uit Rotterdam te komen, Mijn kloon komt uit Amsterdam en als ik vertel van de Veluwe te komen kijkt niemand op. We spreken af aan de overkant bij Nieuwpoort even het terras op te zoeken en als we daar een kwartiertje later zitten en de koffie en thee zijn gebracht zou niemand in ons het drietal motorduivels van daarnet gezien hebben. Beschaaft pratend, beleefd koekjes afwijzend en voorzien van leesbrillen ogen we meer als het borduurclubje op een dagje uit en dat is ons prima. Na een paar koppen thee reken ik af en we nemen afscheid van miss R6 die westwaarts richting Kinderdijk rijdt terwijl mijn kloon met mij mee oostwaarts gaat.
Ik weet haar naam niet, niet of ze een relatie heeft of wat voor werk ze doet. Ik weet dat ze verknocht is aan haar motor, heel Europa doorkruist en met een zelfverzekerde lef op haar motor zit. Ik weet dat ze controleert, haar grenzen kent en haar eigen weg gaat. Bij Vianen slaat ze af en gaat de A2 op en ik ga door. Een hand als groet en ik ben weer alleen, laat mijn motor in een gemoedelijk tempo rollen nu het verkeer veel drukker is en geniet van alles om mij heen. Alleen diep in mijn binnenste klopt mijn hart iets feller zodra ik terugdenk aan eerder. Ik weet weer dat mijn bloed nog stroomt, mijn hart kan kloppen en hoe het is de adrenaline door mijn lijf te voelen razen. Het genot van het spel samen, intenser dan een achtbaan, de bewondering voor de vaardigheden van de ander en het gevoel dat een perfect genomen bocht geeft. Soms is het ook voor mij zoals mijn broer wel eens samengevat heeft: seks is leuk, maar er zijn fijnere dingen.
Knap geschreven, Petra. Naast seks zijn er fijnere dingen, zoals het lezen van een lekker verhaal.