In een van de modezaakjes in de plaats waar ik meestal mijn boodschappen haal staan regelmatig heel mooie kledingstukken in de etalage. Opvallende, vaak kleurrijke, creaties voor zowel vrouwen als mannen. Omdat ik van mooie kleding houd, ook al draag ik meestal eenvoudige werkkleding, kon ik het vanochtend niet laten om er even binnen te wippen en te zien wat ze nog meer te koop hadden. Nadat ik enkele minuten langs paspoppen en rekjes met dameskleding had gedrenteld werd ik opgevangen door een glimlachende dame. Of ze mij kon helpen. Een standaard uitdrukking voor de winkelstand maar omdat ik nog met de bloemen en tierelantijnen van mijn mijmeringen over mooie kleding in het hoofd liep weerde ik de hulp niet meteen af.
“Ik kwam niet om te kopen maar om te kijken. U heeft erg mooie kleding, het doet me denken aan modewinkels in Milaan.”
Ze was kennelijk in haar sas met mijn compliment want we wisselden wat opmerkingen uit en het eind van het liedje was dat ze mijn beide armen pakte en uitriep:
“Oh, wat heerlijk, eindelijk eens een man die mooie kleding weet te waarderen.”
We raakten in gesprek en nadat ze er naar vroeg vertelde ik over de mooie dingen die ik in Italië zag. Ze bleef mij met één hand aan mijn pols vast houden en sleepte mij de winkel rond om de hele collectie te tonen. Ze bleef praten over hoe vaak ze naar Milaan ging voor zaken. Of ik ook zo genoot als ik daar was, vroeg ze. Met het beeld van Angelina uit Milaan, die aan het begrip genieten voor mij een nieuwe dimensie had gegeven, voor ogen bevestigde ik dat en tevens dat het al jaren geleden was dat ik met zakelijke bedoelingen in Milaan was geweest. Ze keek me aan en liet haar ogen keurend van mijn hoofd tot mijn schoenpunten en weer terug omhoog gaan.
“Dit is ook erg mooi, komt uit een klein modeatelier buiten de stad, prachtige dingen maken ze daar.”
Ze hield een kleurig jurkje op en streelde de stof voor ze het terug hing en opnieuw mijn pols pakte. Ze zweeg korte tijd voor ze, bijna als in gedachten, begon over haar ex waar ze al meer dan twintig jaar vanaf was. De vingers van de hand die mij vast hield tokkelden zacht op mijn pols. Even later zei ze dat ze het heerlijk zou vinden om weer eens met een man naar Italië te gaan. Ze bleef voor zich uit kijken en ik was niet zeker of de opmerking wel bedoeld was om aan te horen. Toch begon ik me ongemakkelijk te voelen zo met haar hand stevig om mijn pols en die opmerking over haar status.
“Ik zou de reis nog voor hem betalen ook,” zei ze plotseling en trok aan mijn arm zodat mijn hand haar heup raakte. Ik zag haar naar een van de paskamers kijken. In de spiegel op de achterwand daarvan kon ik net zien hoe ze mij bij de hand hield. Er viel een stilte die meer betekende dan welke woorden ook. Ik voelde het, ik werd de geur van haar parfum gewaar en een heel vage onderliggende geur die deed denken aan een warm lijf, een bed met zachte kussens en lippen die half geopend, uitnodigden om te kussen.
Ik besefte dat ik nog nooit een vrouw genomen had in een paskamer en de gedachte was beslist opwindend. Ik dacht aan de spanning van het snelle handelen, aan een dicht getrokken gordijn, ik dacht aan het gevoel van zachte rondingen die onder mijn handen gleden. Zou ze het doen? Nu bekeek ik háár van top tot teen. Midden vijftig schatte ik, een mooi gevormde, niet te grote boezem en brede gastvrije heupen. Toen ik opzij keek ontmoetten onze blikken elkaar. Ogen vonden ogen en lieten niet los.
“Ik kan de winkel even sluiten,” zei ze zacht.
En omdat ik niet reageerde: “Je doet het niet hè?” het was meer een constateren van de situatie dan een vraag. Toen vond ik het tijd om mij lost te wringen en mij te verontschuldigen.
“Ik kan niet,” zei ik, expres de woorden: “wil niet” vermijdend, in de hoop dat ze het zou begrijpen.
“Kom je nog een keer langs?” vroeg ze toen ik mij traag in de richting van de deur dwong te lopen. Ze bleef in de deuropening staan om mij na te kijken.
“Ja, ik kom beslist, nog eens langs,” zei ik en wuifde kort en onopvallend naar haar voor ik in het winkelend publiek op ging.