Woelend en draaiend lig ik in bed waar een enorme warmte en een heftige kou zich om en om aanmelden. Ik voel me ongelooflijk ziek en zwak, een musje met lamgeslagen vleugeltjes.
Zielig als ik me voel staar ik naar het plafond. Het zal een soort van ijlen zijn dat ik daar in het plafond jouw gezicht ontwaar. Zelfs op mijn meest kwetsbaarst zie ik jou, denk ik aan jou. Ik kruip ineen en het zal niet toevallig zijn dat de warmte voor dit moment wint voor ik wegval in een droom.
Ik voel je handen door mijn krullen, die er nu niet uitzien. Ik voel lippen over mijn lijf die me nog heter maken. Ik hoor je hees gefluisterde liefdesverklaringen, zie je stralende ogen.
En dan word ik badend in het zweet weer wakker. Een slok water en draaien. "Je moet het uitzweten lief," hoor ik van ver weg en wazig als ik ben val ik weer weg.
Ik zie een blouse ontknoopt worden, ik voel lippen overal, koele lippen, warme lippen. Het zweet breekt me aan alle kanten uit en dat is niet enkel door de koorts gok ik zo.
Als ik tegen de morgen dan weer ontwaak zie ik je naast me liggen. Je ligt bovenop het dekbed, je blouse half open geknoopt een washandje in je hand. Je ogen zo stralend als de zon kijken me vrolijk aan.
“Wakker lief?” is alles wat je zegt, voor je je hand over mijn buik laat gaan
Weer voel ik een zinderende warmte over me heen komen want hoe mooi is het als dromen en de werkelijkheid zo dicht bij elkaar liggen…
© lotte-