De kou en de stilte van de nacht nemen me niet de beelden die me verwarmen. De drukte in mijn hoofd dreef me uit bed en met een kop warme melk zit ik op een stoel en staar voor me uit. Beelden verdringen zich.
Ik ben in een mooie kamer waar iemand met een glas in de hand uit het raam kijkt. Haar mooie silhouet trekt mijn aandacht. De lange haren, het slanke lichaam en de rust die van haar houding uitgaat boeit me. Als een magneet trekt ze me aan en ik loop in mijn droom op haar af. Als ik achter haar sta draait ze zich om, lacht lief naar me en reikt me een glas aan.
“Daar ben je dan eindelijk,” hoor ik haar zeggen.
Het mooie van dromen is dat je ze zelf een beetje kan sturen, denk ik als ik weer een slokje melk neem en de beelden weer oproep. De jonge vrouw die me het glas aanreikte neemt mijn hand en zonder iets te zeggen trekt ze me dichterbij. De gloed in haar ogen werkt als een betovering en nog voor haar lippen de mijne raken, ontsnapt me een kreun. De explosie die volgt als ik haar lippen voel is onbeschrijflijk. Heel mijn lijf in vuur en vlam door die zachte streling van haar lippen. Tepels die verstijven en een verlangen naar zoveel meer.
De klok slaat drie keer. Ik sta op en loop weer naar het bed toe. Als ik onder de deken kruip en mijn koude voeten de hare raken, draait ze zich om.
“Was het weer zo laat?” vraagt ze als ze mijn arm zacht streelt en haar mooie ogen over me heen laat gaan.
“Je weet dat ik de jouwe ben. Alleen van jou. Niet twijfelen lief, gewoon genieten van wat we hebben en geloven dat jij en ik voor elkaar bestemd zijn.”
De blik in haar ogen maakt me week en voor even is leeftijd slechts een getal. Ze kust me met passie en wie ben ik dan om niet in mijn dromen te geloven?
© lotte-