Ik hoor de voordeur open gaan en mijn hart springt op. Vaag vang ik het geluid op van een weg zettende tas en dan voetstappen mijn kant op.
“Dag liefje, heb je een leuke dag gehad?” vraag je en geeft me een kus op mijn wang.
Je kijkt me lief aan en ik draai me meer naar je toe, kus je vol op je mond. Je trekt een wenkbrauw op maar zegt niets.
“Heb jij ook zo’n honger?” vraag ik ietwat dubbelzinnig.
Ik kijk je quasi onschuldig aan, laat mijn vinger over je lippen gaan, en draai me dan weer naar het fornuis om verder door de soep te roeren.
Als je naast me komt staan pak ik een aardbei die ik als dessert wil gebruiken. Ik doe er wat slagroom op en hou ‘m je voor. Je ogen kijken me aan als je er een hapje van neemt en er de slagroom van af snoept. Je ogen blijven naar me kijken als ook ik een aardbei met slagroom pak, deze dan tussen mijn lippen neem, en voor je gaan staan; uitdagend.
“Wat…?”
Verder kom je niet want ik kom steeds dichterbij, de aardbei uitdagend tussen mijn lippen. Ik duw ‘m tussen de jouwe, de slagroom op ons beider lippen uitwrijvend. Zo vreselijk sensueel als we de aardbei delen. Het geeft me een kriebel in mijn onderbuik, als ik de slagroom van je lippen lik en mijn tong dan in je mond duw. We tongen heftig en mijn handen gaan over je lichaam.
“Al sinds ik de aardbeien in huis heb wilde ik dit ermee doen, lieverd. En dan blijf je zolang weg”, zeg ik er pruilend achteraan.
Je zegt niets pakt de bus slagroom en trekt me achter je aan de trap op.
“Wat…?”
Maar nu heb ik de kans niet mijn zin af te maken.
“Ssst schatje, geen tijd verspillen nu hè?” zeg je als je me op bed laat vallen en aan mijn shirt begint te trekken.
“Maar mijn soepje dan?” stribbel ik voor de vorm nog tegen.
Wat kan mij die soep ook schelen, denk ik als je mij uit mijn shirt en bh helpt en ik de slagroom bus zie naderen…