Voor het eerst in een hele lange tijd voelde hij zich ontspannen en vrij. Het typerende, enigszins knersende geluid die de banden op de gemalen schelpen van het fietspad maakten, deden hem denken aan de lange tochten die hij zo'n halve eeuw geleden op zondagen met zijn ouders en broertje maakte. Met iedere pedaalslag nam hij verder afstand van een vijfjarige periode van louter tegenslag, teleurstelling en pech.
Ben de Jong had eerder op deze warme septembermorgen zijn onlangs aangeschafte fiets uit de berging onder het flatgebouw aan de rand van de stad gehaald en was welgemoed begonnen aan de ruim zestig kilometer lange ‘Drie Landschappen Route'. Zijn flat lag aan het stuk van de rondrit dat op de laatste pagina van het routeboekje stond beschreven. Hij was eerst stadinwaarts naar het station gefietst waar de beschrijving begon. Na wat kronkelen en draaien door het centrum had hij zijn woonplaats aan de andere kant via een grote brug en een kaarsrechte weg verlaten. Een paar honderd meter voor zich uit had hij een in het rood geklede persoon zien fietsen.
Na het schelpenpad voerde de route hem vervolgens over een rivierdijk die met lange, lome bochten langs de uiterwaarden slingerde. Een kilometer of vijftien verder zag hij een bordje met een pijl die hem met een haakse bocht de uiterwaard instuurde. Even later belandde hij bij de aanlegplaats van een veerpont. Het vervoermiddel was in geen velden of wegen te bekennen. Op de nogal hobbelige kade stond een bankje waarop de in het rood geklede persoon die de hele morgen voor hem uit had gefietst zat. Het bleek een vrouw van middelbare leeftijd te zijn met kort geknipt haar en een vrolijke, ietwat spottende uitdrukking in haar gezicht. Haar fiets stond naast een geïmproviseerd bord waarop met hanepoten stond vermeld dat de veerpont wegens omstandigheden die ochtend tijdelijk uit de vaart was genomen.
“U zult wat geduld moeten hebben als u naar de overkant wilt”, zei de vrouw in het rood. Ze had een melodieuze stem waarin heel vaag het accent van de streek te bespeuren was.
“Ja, ruim een uur, zie ik”, antwoordde hij.
Ze wees op de plaats naast haar op de bank: “Kom erbij zitten. Plaats genoeg. En ik bijt u echt niet, hoor.”
“Mooi, daar vertrouw ik dan maar op”, zei hij. “Ik word er alleen een beetje zenuwachtig van als mensen U tegen me zeggen. Ik ben Ben, net zo als in dat reclamespotje.”
“Goed. U bent dus jij en je heet Ben. Mijn naam is Kitty. Aangenaam.”
Een tijdje zaten ze zwijgend naast elkaar. Ben probeerde haar onopvallend te observeren en kreeg al gauw de indruk dat Kitty precies hetzelfde met hem deed.
“Het is heerlijk fietsweer”, zei Kitty. “Ik rijd de 'Drie Landschappen Route'.”
“Dat weet ik. Ik rijd al ruim anderhalf uur achter je aan”, verklaarde hij.
“Dat is een mooi compliment. Een privé-stalker op m'n ouwe dag”, lachte ze. “Ik vind het hier zo mooi. Het is al de derde keer dit jaar dat ik deze route fiets.”
“Je hebt gelijk”, antwoordde Ben. “Het is hier schitterend. Ik ben hier al veel te lang niet meer geweest. De laatste keer was zeker dertig jaar geleden.” Hij keek even naar zijn fiets en grinnikte: “Andere tijden, andere fiets. Toen nog met twee kinderzitjes erop.”
Kitty monsterde hem nu zonder enige terughoudendheid en merkte op: “En daarna heb je dertig jaar lang bijna geen fiets meer aangeraakt. Hard gewerkt, tamelijk ongezond geleefd totdat je uiteindelijk op de operatietafel belandde en een paar bypasses kreeg aangemeten. Je cardioloog en je fysiotherapeut hebben je dringend geadviseerd wat meer te bewegen en toen heb je nog niet zo lang geleden die nieuwe fiets gekocht.”
Met stomheid geslagen staarde hij haar aan, herpakte zichzelf en vroeg: “Ben je helderziende, rechercheur of werk je stiekem voor de Binnenlandse Veiligheidsdienst?” Ze lachte vergenoegd en haar ogen twinkelden.
“Nee”, zei ze, “ik ben geen Jomanda en ook niet van de BVD of de politie. Hoewel: ik lees wel graag detectives. Maar ik vind het gewoon leuk om mensen te observeren. In jouw geval was het tamelijk gemakkelijk voor me om tot een conclusie te komen. Ik ben vijfendertig jaar verpleegkundige geweest waarvan meer dan de helft in de IC. Ik ben pas een paar maanden in de VUT. De knoopjes van je polo zijn open en je draagt een korte broek. De littekens leggen je geschiedenis bloot. Ik vermoed dat je operatie ongeveer anderhalf jaar geleden plaatsvond.”
“Mevrouw, mijn complimenten voor uw opmerkingsgave”, lachte Ben. “Heeft u wellicht nog iets toe te voegen aan deze tot nu toe honderd procent score?”
Kitty kneep één oog dicht, bestudeerde hem nog even en zei toen: “Ik zou zeggen dat je vervroegd bent gepensioneerd of een parttime baan hebt, je bent gescheiden en je woont alleen.”
“Hoe kom je daar bij?”, informeerde hij.
“Het feit dat je op een doordeweekse dag in september rustig kunt gaan fietsen wijst in de richting van punt nummer één. Iemand van jouw generatie met kinderen en geen trouwring is hoogstwaarschijnlijk gescheiden.”
“Ik zou ook weduwnaar kunnen zijn”, wierp hij tegen.
“Dat zou kunnen, maar meestal blijven die hun ring dragen”, antwoordde Kitty.
“En hoe kom je bij alleenstaand?”, informeerde Ben.
Ze grijnsde: “Geen enkele zelfbewuste vrouw zou je in die kleurencombinatie en op zulke afgetrapte gympen de deur uit laten gaan.”
Ben keek schuldbewust naar zijn schoenen en grinnikte toen een beetje schaapachtig.
“Oké, zodra ik thuis ben zal ik ze in de vuilnisbak kieperen. Verder klopt het wel wat je zegt. Tot vijf jaar geleden werkte ik bij de regionale krant hier. De laatste tien jaar als chef van de stadsredactie. Toen kwam die grote fusie en stonden er nogal wat mensen met vrij veel dienstjaren op straat. We kregen wat geld mee. Niet genoeg om te rentenieren, maar wel ruim voldoende om met hier en daar wat freelance werk het hoofd boven water te kunnen houden. Voor mijn vrouw was het misschien nog wel meer wennen dan voor mij. Na dertig jaar had ze opeens bijna continu een man over de vloer.” Hij zweeg even en vervolgde: “Niet lang daarna ging ze naar een reünie van haar oude middelbare school en kwam daar haar eerste grote liefde tegen. Het oude vuur was al snel opgerakeld, tsja en dan is er maar één uitweg mogelijk: echtscheiding. Vriendschappelijk, dat wel, maar toch…”
Ben keek naar Kitty die zich in de zon koesterde.
Hij liep naar zijn fiets en zei: “Ik heb vorige week een nieuwe thermosfles gekocht. Daar zaten twee kopjes bij. Kan ik je misschien plezieren met een kopje koffie?”
“Heerlijk, koffie. Daar ben ik net aan toe”, antwoordde Kitty enthousiast. Ze zag hoe Ben speurde naar een vlak plekje om de kopjes op te zetten. Ze strekte haar armen uit en zei: “geef die kopjes maar hier, dan houd ik ze vast en kun jij ze inschenken.” Ben schonk de koffie in de kopjes die Kitty vasthield en constateerde terloops dat ook zij geen trouwring droeg.
“Vergeleken met jou ben ik natuurlijk maar een amateur maar het valt me op dat jij ook geen ring hebt”, merkte Ben op. “Is er geen meneer Kitty of is het een oude verpleegstersgewoonte en draag je hem aan een kettinkje ofzo?”
Kitty's gezicht verstarde. In haar ogen lag opeens een keiharde uitdrukking.
“Ik heb vijfentwintig jaar een hele dure ring gedragen. Witgoud afgezet met diamantjes. Het is nu bijna tien jaar geleden dat ik 'm in het kanaal heb geflikkerd”, brieste ze. Het was even stil en toen vervolgde ze: “Verdomme, daar heb ik nog steeds spijt van.”
“Hoezo? Is meneer Kitty weer terug?”
“Nee, om de dooie dood niet. Maar als ik dat kreng had verpatst had ik er waarschijnlijk twee mooie vakanties aan over gehouden”, bitste ze. “We zijn meer dan vijfentwintig jaar bij elkaar geweest. En in het begin ging alles perfect. Ik had mijn werk als verpleegster en Ruurd had een drukke baan. Hij werkte als vertegenwoordiger voor een Amerikaanse fabrikant van materialen voor de olie-industrie. Boorkoppen, pneumatische beitels en weet ik veel wat voor spul nog meer. Hij was zeker drie weken per maand op pad, dan zat ie in Alaska, dan weer in één of andere woestijn in het Midden-Oosten en kwam hij via Noorwegen terug vliegen.”
Kitty nam een slok van haar koffie. Ze leek zich een beetje te ontspannen. De uitdrukking in haar ogen veranderde van boos naar triest.
“Na een aantal jaren werd het getik van mijn biologische klok steeds luider. Vriendinnen en collega's kregen kinderen. En ik wilde dat eigenlijk ook graag. Maar Ruurd was tegen. Het was niet te combineren met zijn buitenlandse reizen en mijn nacht- en weekenddiensten en de cursussen die ik volgde, vond hij. Elke keer als ik er over begon wist hij me ervan te overtuigen dat hij gelijk had. Totdat Vadertje Tijd en Moeder Natuur iedere discussie overbodig maakten.”
Terwijl hij naar Kitty luisterde bleef Ben naar haar kijken. Hij genoot van de aanblik van haar gebronsde armen, haar gespierde doch sierlijke benen die uitliepen in delicate voeten, gestoken in eenvoudige, leren sandalen. Bovenal keek hij gefascineerd naar de continu wisselende uitdrukking op haar expressieve gelaat. Wat moet het een feest zijn om met deze vrouw te vrijen, dacht hij. De passie, het vuur en het genot zouden van haar gezicht druipen. Ben voelde zijn huid plotseling tintelen: zijn geslachtshormonen waren abrupt ontwaakt uit een hele lange winterslaap.
“En hoe ging het verder, als ik zo nieuwsgierig mag zijn?”, informeerde Ben.
Kitty zuchtte diep. “Voor mij volkomen onverwacht vertelde hij me doodleuk dat hij verliefd was geworden op een veel jongere vrouw. Zo'n huppelkut, zoals Youp van 't Hek het zou uitdrukken. En als klap op de vuurpijl voegde hij daaraan toe dat ze graag kinderen wilden hebben.” Kitty's ogen spuwden vuur.
“Wat een klootzak”, zei Ben hartgrondig. Ondanks de opgelaaide woede moest Kitty glimlachen om Ben's oprechte verontwaardiging.
Ben had een tweede kopje koffie voor hen beiden ingeschonken. De zon verwarmde zijn huid op een aangename manier en hij keek naar het vliedende water van de rivier. Een gevoel van geluk maakte zich van hem meester. 'Wachten op een veerboot, kijken naar de eeuwige stroom van de rivier en een intens geluksgevoel: verdorie het lijkt Siddhartha wel', dacht Ben.
Hij draaide zijn hoofd weer in de richting van de vrouw die naast hem zat.
“Toen ik op de middelbare school zat lazen mijn vrienden en ik allemaal het boek Siddhartha, van Hermann Hesse”, zei Ben tegen Kitty.
“Je was dus een hippie, een alternativo”, lachte ze.
“Nou, hippie, hippie….. Ik had wel lang haar en droeg een spijkerpak met een pakje shag dat half uit een borstzakje puilde” relativeerde Ben.
“Ja, ik heb het boek ook gelezen”, zei Kitty. “Was de essentie niet dat Siddhartha bij het huisje van de veerman aan de oever van de rivier het geluk vond waarnaar hij uiteindelijk niet meer op zoek was?”
“Dat is inderdaad de essentie”, beaamde Ben.
Hun gesprek werd ruw onderbroken door een paar ferme stoten op een scheepstoeter. Ze waren zo met hun eigen dingen bezig geweest dat ze niet hadden gemerkt dat de veerpont was gearriveerd.
“Als jullie nog meewillen moet je een beetje opschieten. Ik heb niet de hele dag de tijd”, brulde de pontbaas.
Ben en Kitty sprongen op. Ben propte gehaast de kopjes weer in zijn fietstas en ze duwden hun fietsen richting veerpont waarop de pontbaas ongeduldig stond te gebaren.
“De veerman Vasideva was toch heel wat geduldiger en vriendelijker”, merkte Ben op.
“Tsja, tientallen eeuwen ontwikkeling hebben niet in alle opzichten meer beschaving opgeleverd”, concludeerde Kitty.
Rammelend, piepend en krakend was de pont aan de overtocht begonnen. Binnen twee minuten schuurde de klep aan de voorkant over de stenen van de oprit aan de overzijde.
“Het is me wat”, zei Ben hoofdschuddend, “vijfenzeventig minuten wachten om nog geen honderd tellen te varen.”
Kitty wierp hem een stralende lach toe: “We hebben de tijd heel plezierig besteed, vind ik”.
Ze duwden hun fietsen de steile, beklinkerde oprit op. Bovenop de dijk bleven ze even staan uithijgen.
“Jij hebt daarnet zo'n anderhalf uur op een paar honderd meter afstand achter me aan gereden”, zei Kitty peinzend. Ben knikte instemmend. “Dat betekent dat we ongeveer even snel fietsen. Nou ben ik niet zo heel goed in wiskunde, maar volgens mij betekent dat ook dat als we nu tegelijk vertrekken dat we dan naast elkaar kunnen blijven rijden”, stelde Kitty vast.
“Daar zou je wel eens helemaal gelijk in kunnen hebben”, zei Ben blij verrast.
Gezellig kletsend en elkaar op bijzonderheden in het landschap wijzend fietsten ze voort. Na een poosje hadden ze het rivierlandschap achter zich gelaten en reden ze over een fietspad door een bos dat werd afgewisseld met stuifduinen en vennen.
“Pfoe, wat is het nog warm voor de tijd van het jaar”, zei Kitty.
“Ja”, beaamde Ben. “De Engelsen noemen het een Indian Summer.”
“Even verderop is een vennetje waar je heerlijk kunt zwemmen. Lijkt je dat wat?”, vroeg Kitty.
Ben aarzelde even.
“Ik heb geen zwemspullen bij me”, zei hij. Het klonk als een smoes. Kitty grijnsde ondeugend.
“Dat is ook helemaal niet nodig”, verklaarde ze opgewekt. “Helemaal achteraan is een naturistenstrandje. Ik denk niet dat er vandaag veel mensen zullen zijn.”
Ben besefte dat als hij haar voorstel zou verwerpen de kans groot was dat hun wegen zich hier zouden scheiden. Dat was iets dat hij ten koste van alles wilde voorkomen.
“Oké, laten we er maar in duiken”, riep hij, misschien iets te hard.
Een klein kwartiertje later waren ze bij het ven gearriveerd. Nog voordat Ben de veters van zijn schoenen had losgemaakt was Kitty al uit haar kleren gegleden. Ze rende als een uitgelaten schoolmeisje het water in, spetterde eerst wat rond en nam vervolgens een duik. Proestend en met haar hoofd schuddend kwam ze weer boven. Ben keek bewonderend naar haar. Ze stond rechtop in het kniediepe water, waterdruppels glansden op haar egaal gebronsde huid, het toefje haar boven haar verder glad geschoren kut leek op het kuifje van een fuut. 'Het is als de omslag van zo'n glossy naturisten-magazine', dacht Ben terwijl hij probeerde zijn opdringerige lid in het gareel te houden.
Kitty keek toe hoe Ben zich nogal traag uit z'n kleren wurmde. Meer en meer groeide bij haar het besef dat ze zijn enigszins geteisterde en wat uitgezakte lichaam met de littekens op borst en been tegen zich aan wilde voelen. Ze hoopte dat zijn heldere en schrandere ogen van boven tot onder en terug over haar naakte lichaam zouden glijden. Ze verlangde er naar dat zijn zinnelijke lippen al haar gevoelige plekjes zouden beroeren.
Plotseling kreeg ze het beeld van haar overleden moeder voor ogen die haar scheen te vragen: “Moet je nu weer vallen voor net zo'n gekreukeld en verfrommeld exemplaar als Basje?” Basje was haar teddybeertje en toen ze vijf jaar was had haar moeder geprobeerd het verfomfaaide beestje met zijn afgekloven pootjes, zijn gescheurde buikje waardoor de ingewanden naar buiten puilden, zijn ene oog en het afgerukte oor dat door oma met een grove zigzag-steek er weer aan was genaaid, te vervangen door een gloednieuw exemplaar uit de speelgoedwinkel. Kitty was ontroostbaar geweest. Ze had gehuild en stampvoetend gebruld dat ze Basje terug wilde hebben. Uiteindelijk ging haar moeder overstag. Basje werd uit de prullenbak gevist, de uiteinden van zijn pootjes werden voorzien van stukjes vilt, de ingewanden werden teruggepropt en zijn buikje werd dichtgenaaid. De nieuwe teddy werd teruggebracht naar de speelgoedwinkel en omgeruild voor een tegoedbon voor de berendokter die Basje van twee nieuwe glanzende ogen voorzag. Tot op de dag van vandaag heeft de vormeloze knuffel een plaatsje in Kitty's slaapkamer.
Ze keek weer in de richting van Ben die voorzichtig het water inliep. Tot haar grote vreugde zag ze dat zijn lid heel langzaam maar zeker omhoog kroop. Ze draaide zich half om en plantte haar voeten nog iets steviger op de zanderige bodem. Ze sloot haar ogen. En zo wachtte ze af: de benen iets gespreid, een verwachtingsvolle kramp in haar bovenbenen en bekken, tepels zo hard als kiezelstenen en schaamlippen die glansden in de zon. Een paar hete druppels liefdessap biggelden als vroege vreugdetranen langs haar bovenbenen totdat ze zich ter hoogte van haar knieën vermengden met het koele water van het ven. Kitty wachtte vol ongeduld op het moment dat hij zijn harde paal tegen haar billen zou drukken, dat zijn handen haar borsten zouden omvatten en dat ze zijn adem in haar nek zou voelen. Een aantal seconden die ieder veel langer dan een tel leken te duren verstreken en er gebeurde niets.
Voorzichtig gluurde Kitty weer naar Ben. Ze zag nog net hoe hij, nu met zijn lid recht vooruit als een stormram, met grote passen door het water waadde naar het diepere gedeelte van het ven waar zijn pik opeens als een duikboot onder water verdween. Een intens gevoel van teleurstelling overviel haar. Daar stond Kitty: tot aan de knieën in het water, ten prooi gevallen aan verscheurende gedachten.
“Wat had je nou gedacht, sloerie?”, vroeg haar Redelijke Ik. “Wilde je je nu echt laten naaien door een wildvreemde man die je pas een paar uur kent?”
“Ja, wat is daar mis mee?”, antwoordde haar Geile Ik uitdagend.
“Alles. Al was het alleen maar dat ik niets te maken zou willen hebben met een man die zich in zo'n situatie niet zou kunnen beheersen”, bracht haar Redelijke Ik naar voren.
Geile Ik haalde haar schouders op: “Je bent een ouderwetse trut.”
“Dat kan zo zijn. Maar kennelijk denkt hij er ook zo over anders zou ie niet in het diepe naar afkoeling hebben gezocht.”, zei Redelijke Ik.
“Toch wil ik 'm hebben”, hield haar Geile Ik vol.
Redelijke Ik glimlachte: “Ik ook. Alleen op een wat eh ….duurzamere manier.”
Geile Ik zuchtte: “Oké, jij je zin. Maar ik houd je eraan.”
Ben kwam naar haar toe geplonsd, zijn geslachtsdeel was tot een sociaal aanvaardbare grootte geslonken.
“Dat was een goed idee van je”, zei hij.
“Ja hè”, was haar antwoord. Enige tijd spetterden ze wat en zwommen ze een beetje heen en weer. Daarna lieten ze zich door de zon en het zoele windje opdrogen om vervolgens hun fietstocht voort te zetten. De eerstvolgende kilometers legden ze af in stilte. Ze waren allebei teveel bezig met hun eigen gedachten en gevoelens om een geanimeerd gesprek te voeren.
Ben keek naar Kitty. Hij was diep geraakt door haar vrolijkheid, schoonheid en spontane zelfbewustheid die nimmer ontaardde in arrogantie. Hij zon op mogelijkheden om hun contact langer te laten duren dan deze fietstocht. Hoe moest hij dat aanpakken, vroeg hij zich enigszins vertwijfeld af. Dit aspect van het spel tussen man en vrouw had hij nooit beheerst. Hij had veel vriendinnen -wellicht kon je beter spreken van vrouwelijke vrienden- met wie hij diepgaande gesprekken voerde en die hem hun geheimen toevertrouwden. Kennelijk omdat ze hem zagen als een vriend, een broer of misschien zelfs een vader, maar nooit als een -potentiële- minnaar. Ben besloot tot de frontale aanval en zou haar bij hem thuis uitnodigen. Hij begon met het in gedachten componeren van de uitnodiging die tegelijkertijd zowel spontaan als luchthartig en betrouwbaar moest overkomen.
Kitty dacht na over de tweestrijd die ze zojuist met zichzelf in het ven had gevoerd. Tien jaar lang had ze vele toenaderingspogingen weerstaan: van getrouwde mannen, gescheiden mannen en weduwnaars; van getrouwde vrouwen, gescheiden vrouwen en weduwes. Ja, ze lag goed in de markt. Maar daar trok ze zich niets van aan. Het leek alsof ze een onzichtbaar harnas droeg waar niemand doorheen kon dringen. Er was één uitzondering: haar achternichtjes, de vijfjarige tweeling Maartje en Noortje. Voor wie ze als oppasoma -oppasoudtante bekte niet zo lekker- fungeerde en met wie ze langdurig ravotte in de tuin, even lekker knuffelde na het voorlezen voor het slapen gaan en van wie ze als dank natte, kleverige kusjes op haar wangen kreeg. En nu fietste ze naast iemand voor wie ze vrijwillig zomaar uit haar onzichtbare harnas zou stappen. Ze zuchtte zachtjes. Het was verwarrend.
Ze reden nu over een fietspad dat langs de bosrand voerde. Aan de andere kant lagen akkers. Ver weg aan de horizon waren de contouren van een hoog flatgebouw zichtbaar.
Ben schraapte zijn keel en zei: “Kijk, ik woon in dat flatgebouw daar. Het is niet erg fraai, maar op de achtste etage, waar mijn flat is, heb je een prachtig uitzicht.” Hij zweeg even en kwam toen met de zin die hij had ingestudeerd: “Hé, misschien heb je zin om naar het uitzicht te komen kijken. Dan kan ik bovendien, als je dat wilt, een tosti voor je maken.”
Kitty moest op haar lip bijten om niet in schaterlachen uit te barsten. Een derderangs acteur in een amateurvoorstelling zou de uitnodiging spontaner hebben kunnen laten klinken. Ben was als een verlegen schooljongen die het leukste meisje van de klas wilde vragen met hem naar een fuif te gaan. 'Toch is het wel fijn om het leukste meisje van de klas te zijn' dacht ze.
Ze wendde zich tot Ben: “Goed idee. Is het erg brutaal als ik vraag of er ook iets bij te drinken is?”
Ben lachte, opgelucht, van oor tot oor: “Ik heb een hele mooie Gewürztraminer koud liggen.”
Geanimeerd pratend legden ze de laatste kilometers af. Ze zetten hun fietsen in de berging onder Ben's flat. Vervolgens liepen ze naar de lift in de hal van het gebouw. Ben drukte op de knop van de achtste etage. Toen de deuren van de kleine lift langzaam dichtschoven verstomde hun gesprek. Kitty was zich opeens heel erg bewust van zijn nabijheid. Ze rook hem en hoorde zijn ademhaling. Terwijl ze ze langs de tweede etage sukkelden voelde ze dezelfde kramp in haar bovenbenen opkomen die ze eerder die middag in het water van het vennetje had gevoeld. Er trokken een paar scheuten door haar bekken en haar tepels verhardden zich. 'Kitty, je bent een loopse teef. Zo dadelijk begin je nog te druppelen', sprak ze zichzelf bestraffend toe bij het passeren van de vierde etage. Het was een mening die ze volledig had herzien toen de lift piepend en schurend langs de zesde verdieping trok: 'Ik ben een moderne vrouw en hij is een leuke man. En zo is het maar net.' Bij het bereiken van de achtste etage stond haar besluit vast: ze zou hem versieren, met hem vrijen en vooral: intens genieten. Vastberaden volgde ze hem zijn flat in. Via een klein halletje betraden ze de huiskamer.
Ze keek geïnteresseerd om zich heen en zei: “Zo, hier woon je dus.” Hij meende een verbaasde ondertoon in haar stem te bespeuren.
“Dat schijnt je te verbazen.” Kitty glimlachte.
“Het verbaast me inderdaad een beetje. Ik had eerlijk gezegd verwacht in een rommelige vrijgezellenflat terecht te komen.”
“Dat is een nogal seksistische stelling: een alleenstaande man heeft per definitie een rommelige woning”, zei Ben grijnzend.
Terwijl Ben in de keuken in de weer was inspecteerde Kitty de enorme hoeveelheid cd's en boeken die, keurig op alfabetische volgorde gesorteerd, vrijwel de hele zijmuur in beslag nam. Kitty kon niet veel lijn in de muziek ontdekken: er was van alles van pop tot klassiek. Bij nadere beschouwing bleken barok, folk en blues de boventoon te voeren. Kitty was aangenaam verrast toen ze ontdekte dat de inhoud van Ben's boekenkast en die van haarzelf heel veel overeenkomsten vertoonden. Ze gleed met de nagel van haar wijsvinger langs de ruggen van de boeken en een brede glimlach kwam op haar lippen toen ze een beduimeld exemplaar van Siddhartha ontwaarde. Ze liep naar de andere kant van de kamer, schopte haar sandalen uit en nestelde zich in een tamelijk wulpse houding op de leren bank en wachtte op de dingen die gingen gebeuren.
Ben kwam terug uit de keuken met een dienblad met daarop twee bordjes met een tosti, twee wijnglazen en een koeler met een fles witte wijn.
“Dat ziet er goed uit”, zei Kitty goedkeurend. “Maar je bent kennelijk je belofte vergeten.”
“Welke belofte?”, vroeg Ben verbaasd.
“Je hebt gezegd dat het eerste dat je zou doen als je thuiskwam het weggooien van die oude gympen zou zijn”, antwoordde Kitty.
“Uw wil geschiede en wel onmiddellijk.” Terwijl hij dit zei trok Ben de gewraakte schoenen uit en wierp ze in de prullenmand in de hoek van de kamer.
Ben schonk wijn in en nam plaats in de stoel tegenover Kitty. Tot zijn voldoening leek ze zich volkomen op haar gemak te voelen. Zijn blik viel op haar voeten en hij voelde een onstuitbare wellust in zich opkomen. Hij volgde met zijn ogen haar gebruinde benen tot aan de zoom van haar zomerjurk en dacht aan het begeerlijke plekje bij het punt waar ze samenkwamen en waar het parmantige kuifje het ontbreken van verdere beharing leek te accentueren. Kitty at haar tosti met smaak en spoelde 'm weg met een paar grote slokken wijn.
Ze stak haar hand met daarin het wijnglas uit en vroeg op een wat kirrende toon: “Schenk je nog een beetje in?”
Ben sprong gehaast op en zette in een beetje gebukte houding, teneinde zijn ietwat opdringerige lid te camoufleren, de twee passen die hem bij haar brachten, pakte de fles en bleef toen stokstijf staan omdat Kitty opeens met één hand een pijp van zijn korte broek binnengleed en zijn heftig kloppende paal die met schokken verder overeind kwam, omvatte.
Nadat ze zijn harde staaf een poosje had gekneed, gleed er een glimlach over haar lippen en zei ze een beetje spottend: “Tja, nu is er geen koud water dat voor wat afkoeling kan zorgen.”
Ben vloekte binnensmonds: ze had het dus toch gezien, eerder die middag.
“We moeten dus maar een andere oplossing zoeken”, vervolgde Kitty en voordat Ben in de gaten had wat ze van plan was, had ze zijn korte broek en zijn boxer met een felle ruk naar beneden getrokken. Ze leunde naar voren en even later voelde Ben twee warme lippen die zich sloten rond zijn eikel. Na een korte periode liet ze zijn lul uit haar mond glijden, pakte op een bijna tedere manier de fles uit zijn handen en zette 'm terug in de koeler. Toen trok ze hem zachtjes naast zich op de bank. Kitty bracht haar gezicht tot op een paar millimeter van Ben's gelaat. Ze keek hem recht in de ogen en fluisterde: “Eerst wil ik een heleboel Bouquet-boekjes dingen met je doen.”
Hun lippen vonden elkaar. Hun tongen dansten. Soms in een wilde galop, dan weer in een slepende wals. Hun monden waren aaneengekleefd: een minuut, twee minuten, vijf minuten. Stralende ogen wisselden tientallen woordenloze boodschappen uit.
“Ik moet al de hele dag aan mijn middelbare schooltijd denken”, zei Ben opeens.
Kitty lachte: “ik ook. Dat komt waarschijnlijk door Siddhartha.”
“Ja, en de lange fietstocht.”
“Vergeet de gesprekken over relatieproblemen niet”, vulde Kitty aan.
“Om maar niet te spreken van het zwemmen in je blootje”, zei Ben.
Kitty kuste hem en merkte op: “En dan vergeet je het belangrijkste.”
“O ja?”, vroeg Ben. “En dat is?”
“Halsoverkop tot over je oren verliefd worden”, zei Kitty ernstig.
Ben antwoordde niet direct maar gleed met zijn handen over de rug van haar zomerjurk en maakte voorzichtig de rits open. Kitty lichtte haar billen even op en Ben trok het rode kledingstuk handig over haar hoofd.
“Zestigjarige pubers hebben natuurlijk wel een paar streepjes voor op hun veel jongere collega's”, merkte Ben op.
“Is dat zo? Wat dan?”, informeerde Kitty.
“Nou, je hoeft bijvoorbeeld niet bang te zijn dat opeens je ouders binnenkomen. En als je 'all the way' wilt gaan hoef je niet bij nacht en bij ontij erop uit om condooms op de kop te tikken.”
“Zo. Jij denkt dus dat we 'all the way' gaan? Zo maar? In mijn tijd moest een jongen dat wel eerst verdienen”, zei Kitty een beetje sarcastisch.
“Ik zal mijn best doen”, verklaarde Ben plechtig.
Hij boog zich voorover en frunnikte een beetje onhandig aan de sluiting van haar BH.
“De aanhouder wint”, mompelde hij toen hij uiteindelijk zijn doel had bereikt.
Met onverholen bewondering keek hij naar de prachtige middelgrote borsten die hij had blootgelegd. Ze waren onvoorstelbaar stevig voor een vrouw van Kitty's leeftijd. Twee donkerrode tepels priemden trots vooruit.
“Je hebt helemaal geen BH nodig”, fluisterde Ben met schorre stem.
“Charmeur”, repliceerde Kitty koket waarna ze met een handige beweging die haar jarenlange verpleegsterservaring verried de polo over het hoofd van Ben schoof.
Ze vielen in elkaars armen, voelden de warmte van hun naakte lijven en durfden zich nauwelijks te bewegen, bang als ze waren dit speciale gevoel te doorbreken. Kitty zag tranen opwellen in Ben's ogen en drukte geëmotioneerd haar tong ver in zijn mond. Langzaam maar zeker veranderde de emotie in passie. Uiteindelijk gleed Ben op de grond; hij zat op zijn knieën met zijn hoofd tussen haar benen. Kalm trok hij haar vochtige slip naar beneden om vervolgens vol overgave zijn gulzige mond tegen haar gezwollen schaamlippen te drukken en zijn warme tong zijn opwindende werk te laten doen. Kitty zat onderuitgezakt op de bank, haar benen iets uit elkaar. Ze had haar ogen gesloten en gaf zich ongegeneerd over aan haar wellust. Ze huiverde van genot als Ben met zijn tong haar gevoeligste plekje raakte. Zij had zijn hoofd met twee handen vastgepakt en dirigeerde hem met heel kleine rukjes naar de plek die haar het meeste genot verschafte. Het was als het ontkurken van een fles champagne. Eerst voorzichtig het ijzerdraadje losmaken en daarna de kurk heel langzaam stukje bij beetje uit de fles draaien terwijl je zo lang mogelijk weerstand blijft bieden aan de druk uit de fles totdat de onvermijdelijke plop een feit is.
Ben likte, likte en slikte alsof zijn leven ervan afhing. Kitty drukte haar warme, natte kruis tegen zijn gezicht en klemde zijn hoofd tussen haar stevige bovenbenen. Ze zuchtte, steunde en jankte. Ze rilde alsof ze hoge koorts had en haar hele lichaam glansde van het zweet. Toen slaakte ze een oerkreet en een tsunami van opgekropte gevoelens, frustraties en emoties vergezeld van een behoorlijke hoeveelheid liefdessap golfde door haar onderlijf en baande zich een weg naar buiten. Deze eerste enorme breker werd gevolgd door een stortvloed van kleinere en grotere wellustgolven. Na een poosje verslapte de houdgreep van haar bovenbenen en rolde de uitgeputte Ben op de grond waar hij languit op zijn rug bleef liggen uithijgen. Ook Kitty kwam minuten lang niet van haar plaats totdat ze zich van de bank liet glijden en op haar knieën naast Ben ging zitten.
Kitty kneedde Ben's pik totdat ie recht omhoog wees.
Plotseling stond ze op en siste richting Ben: “Blijf liggen, blijf liggen.”
Ze liep naar de kast met cds en zocht welbewust een cd uit van het onderste rijtje met klassieke werken. Ze haalde het zilverkleurige schijfje uit het doosje en duwde het in de cd-speler. Ze zette de versterker aan en met de afstandsbediening in haar hand keerde ze terug naar Ben. Ze zeeg op haar knieën en kneedde opnieuw zijn geslacht totdat hij niet harder kon worden. Daarop stapte ze met één been over hem heen en ze liet haar kleddernatte spleet langzaam over zijn pik zakken. Op het moment dat hij tot aan zijn ballen in haar zat drukte ze op de Play-knop van de afstandbediening. Toen Ben de eerste tonen van Wagner's Walküren Rit hoorde wist ie wat er komen ging: ze ging hem berijden zoals een Germaanse oorlogsgodin haar gevleugelde paard bereed. Zij gaf hem de sporen en galoppeerde wild als de trompetten schalden en de trombones schetterden, dan weer liet ze de teugels vieren als het orkest wat in volume terug ging. Niet lang daarna zwol de muziek weer aan en stuurde ze hem in een machtige sprint naar het Walhalla dat hij bereikte toen de laatste tonen weerklonken.
Ze hadden een kwartiertje nodig gehad om weer op adem te komen. Ben had de glazen nog eens vol geschonken. Kitty keek rond in de kamer.
“Ik heb je kamer nu letterlijk van alle kanten bekeken. Denk je dat ik ook de rest van je flat mag zien?”, vroeg ze.
“Uiteraard”, zei Ben. “Kom maar mee en ik zal je een rondleiding geven door mijn nederige onderkomen.”
Met de glazen in de hand liepen ze eerst naar de keuken en vervolgens naar het halletje waarin zich buiten de huiskamerdeur nog vier andere deuren bevonden.
“Dit is mijn werkkamer”, zei Ben terwijl hij een deur opende. Kitty zag een heel groot bureau met twee computers, een combiprinter en een telefoon erop. Aan de muur hingen een flatscreen tv en een ouderwets prikbord met knipsels en foto's.
“De meeste mensen in dit flatgebouw gebruiken deze kamer als logeerkamer. Maar mijn belastingadviseur heeft me verordonneerd hier geen logeerbed in te zetten zodat ik de kosten voor deze kamer van de belasting kan aftrekken”, verduidelijkte Ben.
De volgende deur die hij opende was van de wc.
“Aha, de wc”, riep Kitty en drukte haar glas in Ben's vrije hand. Ze ging op de pot zitten en begon uitgebreid te pissen. “Hee, vieze gluurder. Kan een vrouw niet eens ongestoord een plasje doen?” riep ze vrolijk.
“Dan had je de deur maar dicht moeten doen”, meende Ben terwijl hij gefascineerd bleef staren naar de almaar door kletterende Kitty. Uiteindelijk droogde de stroom op en trok ze door.
Met zijn hoofd knikte Ben in de richting van de volgende deur: “Dat is de badkamer.”
Kitty ging naar binnen, pakte een washandje van de stapel en waste aan de wastafel haar onderlijf. Ze droogde zich af aan Ben's handdoek.
“Vroeger had je van die plaatjes in de krant met de tekst 'Liefde is...” zei ze tegen Ben.
“Ja”, antwoordde hij, “dat kan ik me nog herinneren.”
Kitty lachte: “Daar zou nu op moeten staan: 'Liefde is elkaars handdoek gebruiken'”
Ze drukte Ben een kus op zijn mond en pakte haar glas weer terug. Ze glimlachte en zei: “Bedankt voor het oppassen. Je hebt er toch niet van gesnoept, hè?”
“Nee”, antwoordde Ben terwijl hij de laatste deur opende. “Ik hoef je natuurlijk niet te vertellen welke kamer dit is.”
Ze betraden een ruime, lichte kamer waarin een opvallend groot, bijna vierkant bed centraal stond. Aan de muren hingen een drietal abstracte schilderijen en door het grote raam was het prachtige panorama te zien dat Ben eerder die middag aan Kitty had beloofd.
Kitty liep naar het raam. Het goudgele licht van de laagstaande zon gaf de velden en de bosrand, een paar uur eerder nog het decor van het laatste gedeelte van hun fietstocht, een prachtige glans.
“Wat is dat mooi, hè”, verzuchtte Kitty.
“Ja, ja”, mompelde Ben die echter niet naar buiten keek maar naar de naakte Kitty die fraai afstak tegen het steeds roder wordende licht van buiten. Kitty draaide haar hoofd in de richting van Ben.
“Je kijkt helemaal niet naar buiten”, zei ze een beetje verongelijkt.
“Nee, ik kijk naar jou”, was zijn antwoord.
“Heb je niet genoeg gezien vandaag?” vroeg ze nogal flirterig.
“Nog lang niet”, antwoordde Ben. “Ik kan nog uren naar je kijken en zou je ook nog willen kussen, likken en knuffelen. Van top tot teen. Letterlijk.”
Kitty zette de paar passen die haar van het grote bed scheidden, zette haar glas op een nachtkastje, liet zich vervolgens achterover vallen en zei alleen maar: “wat let je?”
Ben had geen verder aansporing nodig en drukte een lange kus op haar voorhoofd. Vervolgens beroerde hij met zijn warme lippen en natte tong ieder plekje van haar lichaam, soms voorafgegaan, dan weer geassisteerd door zijn gevoelige vingertoppen. Toen hij uiteindelijk alle tien haar tenen in zijn mond had gehad, trok Kitty hem omhoog en leidde ze zijn keiharde paal met haar rechterhand naar het warme, vochtige welkom van haar hunkerende onderlijf. Hij gleed soepel bij haar naar binnen. Terwijl ze elkaar strak in de ogen keken bedreven ze op een intense wijze de liefde totdat hij diep in haar explodeerde. Met een paar krachtige bewegingen van haar bekkenspieren wrong ze de laatste druppels uit zijn verslappende lid. Even later glipte hij uit haar en rolden ze naar elkaar toe. Voldaan bleven ze dicht tegen elkaar liggen, af en toe een kus uitwisselend.
De vlammende gloed van de ondergaande zon die Ben's slaapkamer van een extra romantisch tintje had voorzien was vrijwel verdwenen. Aan de horizon was nog een potlood-dunne rode streep te zien en de duisternis viel snel in. Kitty kwam een stukje overeind.
“Ik heb een probleem”, zei ze.
“En dat is?”, informeerde Ben.
“Het is donker en ik heb geen achterlicht op mijn fiets.”
“Zoals je hebt gezien kan ik je geen logeerbed aanbieden. Het is wat behelpen maar ik denk dat 't het beste is als je hier blijft liggen”, glimlachte Ben.
“Het is niet anders”, knorde Kitty innig tevreden en ze nestelde zich heel dicht tegen Ben, haar hoofd op zijn schouder en een hand op zijn borst. Vol welbehagen snoof Ben de lucht van Kitty's haar op.
“Wat wil je morgen als ontbijt?” vroeg hij.
Kitty's hand gleed van Ben's borst via zijn buik naar beneden en ze omvatte zijn kleverige lid.
“Dit”, antwoordde ze eenvoudig.
© Knakker 2012
(deels herzien in 2018)
Heel verfrissend vond ik hoe de innerlijke gedachtengangen van de vrouw plots naar voor kwam.
Een plezier om te lezen, op deze warme avond wanneer ik eigenlijk had gaan moeten fietsen...
De tweede versie DUS NET ZO: geil !