"Ze hebben je te grazen genomen," concludeerde ik. "Een interneringskamp?"
Dat lag het meest voor de hand. De dokter was weliswaar geen landverrader of NSB'er geweest, maar wel een collaborateur. Hij had zaken gedaan met de Duitsers en dat was na de oorlog reden genoeg om 'foute' Nederlanders, zonder enige vorm van bewijs of proces, op te sluiten in daarvoor gecreëerde kampen. Het heropvoeden van deze gevangenen was het toenmalige doel. Na vijf oorlogsjaren van afzien en onderdrukking namen de Nederlanders het recht weer in eigen hand en ontzagen daarbij niemand die ook maar in de verste verte had geheuld met de vijand. In die context kon ik maar één oorzaak bedenken voor de lichamelijke letsels van de dokter; hij was gemarteld.
"Duindorp in Scheveningen," fluisterde hij met een ijskoude blik.
Dat kamp Duindorp berucht was, had zelfs Rosa en mij bereikt. Tijdens de oorlog werd de woonwijk door de Duitsers ontruimd voor de bouw van de Atlantikwall, maar na de Bevrijding werd het gebied omheind met een hoog hek, wachttorens en prikkeldraad. Duizenden mensen, die terecht of onterecht als 'landverraders' werden bestempeld, werden gehuisvest in leegstaande huizen die geen elektriciteit, meubilair of ramen en deuren meer hadden. De gevangenen mochten blij zijn als het dak niet lekte en ze een strozak hadden om op te slapen. De geruchten over Duindorp waren bijna net zo weerzinwekkend als die van Hitlers concentratiekampen.
"Hoe lang?" vroeg ik.
"Ongeveer anderhalf jaar. Meer wil ik er niet over kwijt."
Mijn maag kromp ineen. Reuben was een slachtoffer van Jodenhaat, de dokter een slachtoffer van moffenhaat. Wat was erger? De sympathie van de massa zou naar Reuben uitgaan, maar voor mij maakte het geen verschil. Er was geen zwart of wit. Haat, in welke vorm dan ook, was desastreus.
"Kom mee, dokter." Ik raapte zijn stok van de grond en hielp hem opstaan.
"Wat ben je van plan?"
"Ik wil je iets laten zien."
Met zachte dwang nam ik hem mee naar de deur waarachter ik zijn slaapkamer vermoedde. Het was een kleine ruimte met slechts een bescheiden houten kleerkast, een bed dat het midden hield tussen één- en tweepersoons, en een nachtkastje. Aan de wanden gewit rauhfaser behang. Boven het bed hingen drie vergeelde foto's van het oude centrum van Rotterdam zoals het er voor het bombardement van 1940 uitzag. Een Feyenoord sjaaltje hing over een stoel. Mijn vermoeden dat er ook een passpiegel aanwezig was klopte, al stond het ding weggedrukt in een hoekje. De dokter was altijd een ijdele man geweest. Hoewel hij geen maatpakken meer droeg bezat zijn broek een haarscherpe vouw, zijn overhemd was schoon en gestreken, en zijn schoenen gepoetst. Zijn haren waren geen millimeter te lang en geen baardhaartje was aan het scheermes ontsnapt. Zijn flatje was schoon en opgeruimd. Hygiëne had onveranderd zijn hoogste prioriteit.
"Joke, nee..." Hij stribbelde tegen toen ik hem in de richting van de spiegel manoeuvreerde. "Ik weet wat je wilt zeggen, maar..."
"Geen smoesjes, dokter."
Hij zuchtte diep maar ik had nu even geen medelijden. Met de nodige overredingskracht zette ik hem voor de spiegel. Zelf ging ik op een rand van het bed zitten, dat knerpend protesteerde onder mijn gewicht.
"Niet naar mij kijken. Je staat daar."
"Je bent een feeks," mopperde hij. "Waar heb ik dit aan verdiend?"
Ik knipte met mijn vingers en wees opnieuw naar de spiegel. "Vertel me wat je ziet."
Hij voelde zich ongemakkelijk, net als ik destijds.
"Elk dorp heeft een dorpsgek. Ik ben de quasimodo van Rotterdam."
"Je bent alleen een quasimodo als je dat zelf gelooft en je als zodanig gedraagt."
"Ik ben een waardeloze klootzak die nergens meer voor deugt," volhardde hij met verbittering in zijn stem.
Het verbaasde me niets dat hij zich kennelijk nutteloos voelde. Met zijn verminkte handen was elke handeling problematisch. Zijn beroep kon hij niet meer uitoefenen, niet eens een klein beetje. Ik twijfelde er niet aan dat dit hem in het diepste van zijn ziel had geraakt. Niets meer kunnen betekenen voor een ander was ongetwijfeld een veel grotere straf dan zijn gedwongen verblijf in Duindorp. Hoe vulde hij sindsdien zijn dagen, vroeg ik me af. Zwierf hij overdag door de stad omdat hij anders knettergek zou worden tussen de vier muren van deze kneuterige benedenwoning? Zocht hij daar naar gezelschap? Oude bekenden? Zijn meiden?
Hij wilde zich omdraaien.
"Staan blijven, dokter. Vertel me wat je nog wel kan en waar je plezier aan beleeft. Waar krijg je een goed gevoel van?"
"Van jou," antwoordde hij zonder aarzeling. "Je hebt geen idee wat het voor me betekent te weten dat je nog leeft, dat je gezond bent en je droom hebt waargemaakt. Je bent een dame geworden, Joke. Ik kan wel janken van blijdschap dat jij en Rosa een mooi leven hebben opgebouwd."
Ik weerstond de neiging om mee te gaan in zijn gedachtegang. Natuurlijk was ik blij met wie ik was geworden, maar dat had ik mede aan hem te danken. Ik wilde echter niet toegeven aan de emotie. Op dit moment moest ik stevig in mijn schoenen staan. Zachte heelmeesters maakten stinkende wonden; een uitdrukking die hij vroeger zelf gebruikte als hij een impopulaire maatregel moest nemen of een pijnlijke behandeling moest uitvoeren.
"Het gaat nu niet om mij, dokter. Ditmaal sta jij voor de spiegel en ik zal je zeggen wat ik zie."
"Moet dat?" dreinde hij als een dwarse puber.
"Ja, dat moet." Via de spiegel maakten we oogcontact. "Kijk naar jezelf."
Uiteindelijk deed hij wat ik vroeg. In minder dan twee uur had ik niet alleen zijn aftakeling gezien. Het goede nieuws was dat hij zich niet voor de buitenwereld verstopte. Zijn aanwezigheid op het station bewees dat hij zich nog graag tussen de mensen begaf. Hij was nog even sociaal en menslievend als vroeger. Hoewel hij er vermoedelijk alle reden toe had, herkende ik geen tekenen van depressiviteit.
"Je hebt lichamelijk en psychisch gevoelige klappen gehad maar je bezit voldoende innerlijke veerkracht om ze het hoofd te bieden. Je ogen vertellen me dat je je levenslust niet bent verloren. Genieten is moeilijker geworden, maar niet onmogelijk. Ik wed dat je nog ergens een vriendinnetje hebt die je pik in conditie houdt."
Het was een gok maar ik zag zijn mondhoeken omhoog krullen. Mijn vermoeden was juist. De oude vos had zijn streken nog niet verleerd.
"Ik luister," zei ik.
Hij lachte schamper. "Stel je er niet teveel van voor. Tweemaal in de week komt een vrolijke jonge meid bij me poetsen. Voor een extra zakcentje kleedt ze zich uit en mag ik haar poesje likken tot ze klaarkomt. Ik haal alleen mijn jongeheer tevoorschijn en laat me door haar aftrekken. Pijpen blijft ze helaas smerig vinden. Ze staat wel toe dat ik haar blote lijf bewonder en met haar weelderige borsten en billen speel. Neuken wil ze niet. Haar maagdelijkheid bewaart ze voor haar verloofde en dat respecteer ik. Als ik aan het eind van de maand wat geld over houd ga ik naar een hoertje en neuk ik haar in het pikkedonker."
De man die vroeger liever naakt was dan gekleed, deed nu zijn best om zijn lichaam zoveel mogelijk te verbergen. Zijn seksdrift was onverminderd groot maar hij durfde zichzelf niet meer bloot te geven; letterlijk noch figuurlijk.
"Je voelt je minderwaardig. Waar is je trots, dokter? Waar zijn je zelfrespect en waardigheid gebleven?"
Hij zweeg in alle talen.
Ik knipte nog eens met mijn vingers. "Rug recht, schouders naar achteren, borst vooruit, kin omhoog."
Hij schudde meewarig zijn hoofd toen hij gehoorzaam een rechte houding aannam.
"Durf van jezelf te houden, dokter. Je bent niets minder dan een ander. Een handicap is geen reden voor schaamte."
"Je weet niet wat je zegt, liefie. Zelfs de kerk vergeeft me mijn zonden niet. Iedere bandiet die berouw toont krijgt absolutie, maar een collaborateur wordt door alles en iedereen uitgekotst."
Net zoals de naweeën van de Holocaust onverminderd bleef doordreunen in de Joodse gemeenschap, ging hij gebukt onder zijn verleden. Na ruim twintig jaar betekende de erfenis van de oorlog nog een dagelijkse strijd voor degenen die de horror van dichtbij hadden meegemaakt. Zijn trauma deed me veel meer verdriet dan zijn lichamelijke beperkingen. Een o zo bekend gevoel bekroop me.
"Vergeving begint bij jezelf, dokter. Hou alsjeblieft op jezelf verwijten te maken. Je hebt naar eer en geweten gehandeld. Je kon niet anders. Het wordt tijd om dat hoofdstuk af te sluiten. De Nazi's zijn weg. De oorlog is voltooid verleden tijd. Welke rol je ook hebt gespeeld, het doet er niet meer toe."
Vermoeid strompelde hij naar het bed en ging naast me zitten. Zijn bril legde hij op het nachtkastje.
"Je vergist je, liefie. Mijn verleden staat in mijn lichaam en ziel gekerfd. Er gaat geen dag voorbij zonder dat iemand me vraagt wat er met mijn handen is gebeurd. En dan zien ze de rest niet eens."
De rest? Was er dan nog meer? Wat het ook was, ik wilde het weten. Ik kon niet wegkijken en doen alsof mijn neus bloedde. Hij was één van de belangrijkste mensen in mijn leven. Jarenlang was hij er voor mij geweest. Nu wilde ik er voor hem zijn. Ik knielde voor hem op de grond. Met zijn gezicht tussen mijn handen kuste ik zijn wangen, zijn voorhoofd, zijn neus en zijn lippen. Ik dwong hem in mijn ogen te kijken.
"Vertrouw je me?"
"Blind," antwoordde hij. "Maar dat wil niet zeggen dat je alles van me mag verlangen."
"Kleed je uit."
"Nee."
"Ik sta erop."
"Nee!" Ik zag hem panikeren. "Alsjeblieft Joke... Doe me dit niet aan."
"Ik ben geen zestien meer, dokter. Je hoeft me niet te sparen."
"Spaar mij dan. Ik kan het niet, liefie. Probeer het te begrijpen."
Hij zond me een wanhopige blik die me deed aarzelen. Moest ik zijn wens niet gewoon respecteren? Maar soms was de zachte aanpak niet de meest effectieve.
"De eerste keer dat ik me in aanwezigheid van een wildvreemde man moest uitkleden was ik doodsbang. Hij stelde me gênante vragen die ik niet wilde beantwoorden. Hij bekeek en betastte mijn meest intieme plekjes. Alles in mij verzette zich ertegen. Het was beschamend en vernederend. Hij gaf me een spuitje en een behandeling waarvan ik de gevolgen niet kende. 's Nachts stierf ik duizend doden toen hij me nog eens inwendig wilde onderzoeken."
"Maar je hield je kranig," vulde hij aan. "En nu neem je wraak."
"Je weet wel beter, dokter."
Hij kneep zijn ogen stijf dicht terwijl hij een innerlijke strijd met zichzelf streed. Mijn hand wreef geruststellend over zijn rug terwijl ik onder zijn kleren oneffenheden waarnam die daar niet hoorden.
"Je bent een harde tante geworden," verzuchtte hij. "Je gebruikt mijn eigen woorden en daden tegen me. Je gaat me niet ontzien, hè?"
"Jij bent degene die zichzelf niet ontziet. Je hebt waarschijnlijk een lange lijst in je hoofd met tegenslagen en beperkingen. Maar wat ging er wel goed? Wat ervaar je als positief? Ik wed dat die lijst veel langer is."
Natuurlijk doorzag hij me. Dit waren immers psychologische trucjes die ik van hem had geleerd. Blijf niet hangen in het negatieve, maar tel je zegeningen. Het leven ging hoe dan ook door.
"Zover ik weet is er niks mis met je denkvermogen en je gezonde verstand. Je zicht, gehoor en spraakvermogen zijn intact en ik heb zojuist ervaren dat je pik nog springlevend is. Je leeft nog, dokter. Miljoenen anderen kunnen het niet navertellen."
"Miljoenen anderen wensen dat ze ook waren gestorven. Overleven is een hel."
Zijn uitspraak deed mijn hart bloeden. Onwillekeurig rilde ik bij de herinnering aan iemand die ik, naarmate de tijd verstreek, steeds vaker hetzelfde had horen zeggen. Ik kwam weer overeind en nam de hand van de dokter in de mijne en kneep er zachtjes in. Had hij nog wel gevoel in zijn vingers?
"Ik heb op het punt gestaan er zelf een eind aan te maken," ging hij verder terwijl hij in het niets staarde. "Ik had alles verloren. Mijn moeder overleed tijdens mijn gevangenschap. Mijn meiden waren weg en mijn zogenaamde vrienden en kennissen kotsten me uit. Ik bezat drie huizen die me zonder pardon waren ontnomen omdat collaborateurs nergens recht op hadden. Mijn bankrekening was leeg en al mijn bezittingen geroofd. Het ergste was echter dat niemand me nog serieus nam. Tevergeefs probeerde ik in een aantal ziekenhuizen mijn theoretische kennis en ervaring aan te bieden om jonge artsen op te leiden. Ik voelde me afgedankt, had geen doel meer en niemand die nog een greintje om me gaf. Maar voor zelfmoord was ik te laf."
Zijn woorden raakten me in het diepst van mijn ziel. Hij had zelfmoord willen plegen. God allemachtig! Als dat bericht me had bereikt, dan... Maar hij had het niet gedaan. Hij is er nog, prentte ik mezelf in. Hij leeft, Joke. Hij leeft! Toch moest ik alle zeilen bijzetten om rationeel te blijven denken en mijn bevende handen in bedwang te houden.
"Mag... Mag ik weten wat je weerhield?"
"De ontbrekende antwoorden op mijn vragen. Ik wilde weten hoe het mijn meiden verging, of ze allemaal goed terecht waren gekomen."
"En?"
"Floor en Madelief werkten kort na de oorlog weer in de prostitutie. Viola heeft een fourniturenwinkeltje in Gouda en Lilly heeft zich aangesloten bij het Leger des Heils. Iris is niet lang in Indië gebleven. Ze kwam terug, trouwde en adopteerde na de oorlog twee weesjes. Margriet is ook getrouwd en heeft zowaar zelf nog een kindje gekregen. Maar tot mijn grote verdriet kon ik jou en Rosa niet meer traceren."
"Omdat we niet terugkwamen in Rotterdam of Den Haag," concludeerde ik. "Waarom heb je Sientje niet opgezocht? Zij zou je ons adres hebben gegeven."
"Dat heb ik gedaan. Ik was bij je tante Marie aan de deur, maar het enige wat ze me wilde vertellen was dat Sientje met haar man was verhuisd. Verder weigerde ze iedere informatie. Volgens haar wilden jullie geen contact met een arme sloeber als ik."
Ik zuchtte diep en sloot mijn ogen. Typisch tante Marie om hem af te wimpelen zonder Sientje of mij in te lichten. Wat had haar bezield? Ik kon het haar niet vragen want ook zij was er inmiddels niet meer.
"En Anemoon en Marjolein?" vroeg ik omdat ik nog twee namen miste.
"Zij hebben het einde van de oorlog helaas niet gehaald," fluisterde de dokter. "Je weet dat Marjolein onderdook omdat ze Joods was. Waarschijnlijk is haar schuiladres ontdekt of verraden, want ze kwam in een concentratiekamp terecht en is daar bezweken of vermoord. Anemoon..." Hij haalde even diep adem. "Anemoon ging halverwege de oorlog bij het verzet. Enkele weken voor de Bevrijding werd ze opgepakt en..."
Zijn stem brak, maar hij hoefde niets meer te zeggen. Iedereen wist wat de Duitsers met verzetstrijders deden. Wie gepakt werd overleefde dat niet.
Hoewel dit onheilsbericht eveneens de grond onder mijn voeten wegsloeg, ging tegelijkertijd een lichtje branden. Dáárom moesten de overgebleven meiden op stel en sprong het Huis verlaten. Daarom dwong hij Rosa en mij naar Zwitserland te gaan. Omdat hij niet wist welke informatie de moffen uit Anemoon hadden geperst. Hij wilde voorkomen dat wij met haar in verband werden gebracht en eventueel hetzelfde lot zouden ondergaan. In dat perspectief was het een geniale zet van de dokter om ons uitgerekend met Erdinger mee te laten reizen. In gezelschap van een Nazi officier zou de toenmalige Sicherheitsdienst ons niet zoeken.
In gedachten zag ik nog het laatste beeld van de dokter voor me toen de auto, met Rosa en mij op de achterbank, wegreed bij het Huis. Als de dag van gisteren herinnerde ik me hoe hij zijn handen voor zijn gezicht sloeg en ineen kromp. Hij moest hebben geweten dat hij Basel waarschijnlijk niet ging bereiken. Maar wij zouden daar lang genoeg op hem wachten om veilig te zijn. O mijn god! De waarheid was onthutsend.
"Jij werkte met Anemoon samen," zei ik. "Hoe kon je anders weten dat Ulrich een spion was?"
"Je bent nog steeds een slimme meid," glimlachte hij terwijl hij liefdevol een arm om mijn schouders legde. "Ik wist het vertrouwen van sommige Duitse officieren, waaronder Erdinger, te winnen. Met een flinke slok op gaven ze soms geheime informatie weg, die ik dan aan Anemoon doorspeelde. Zelf had ze trouwens ook haar methodes. Tussen de lakens deed ze zich dom en onschuldig voor, maar intussen wist ze haar klanten belangrijke details te ontfutselen."
Diepe verontwaardiging maakte zich van me meester. "Jij was helemaal niet fout in de oorlog!"
"Misschien was ik minder fout dan men aannam, maar een heilig boontje was ik natuurlijk ook niet. Die dubbelrol speelde ik willens en wetens. Jij weet net zo goed als ik dat we de Duitsers hard nodig hadden om het hoofd boven water te houden."
Ik knikte peinzend. "Na de bevrijding kon niemand bevestigen dat je het verzet had geholpen want Anemoon was je enige getuige en zij was..."
Ik maakte mijn zin niet af omdat de woorden in mijn keel bleven steken. Arme Anemoon! Arme Marjolein! Ze waren nog zo jong en vol levenslust en ze hadden, net als wij allemaal, een lange lijst idealen en plannen voor de toekomst. Die verdomde kutoorlog!
"Inderdaad. Er waren helaas wel veel mensen die van mijn samenwerking met de moffen op de hoogte waren. Details over mijn illegale dokterspraktijken en het bordeel kwamen bij de naoorlogse politie terecht dankzij enkele voormalige Rotary leden en de rancuneuze echtgenoot van een patiënte. Toen de Bevrijding een feit was wilde iedereen plotseling bloed zien."
"Allejezus!"
Onhandig maar teder streek hij een lok haar uit mijn gezicht. Hij kuste mijn mond en keek me aan met een zachtmoedige blik in zijn grijze ogen.
"Laten we reëel zijn, Joke. Ik was geen voorbeeldige burger. Ik wist donders goed wat ik deed. Ik had lak aan regels en wetten en besefte terdege dat ik me vroeg of laat voor mijn dubieuze handelwijze moest verantwoorden. Maar ik nam aan dat ik daarbij hulp van een advocaat kon inschakelen, dat er een eerlijke rechtszaak zou volgen, dat er wellicht een paar mensen bereid waren om in mijn voordeel te getuigen en dat ik in het ergste geval in een Nederlandse cel mijn straf zou moeten uitzitten. Ik was best bereid om te boeten voor mijn wandaden. Maar niet op die manier."
"Ze hebben je voor de leeuwen gegooid," concludeerde ik met afgrijzen.
"Leeuwen...? Waren het maar beesten geweest, dan weet je wat je kunt verwachten. Monsters waren het. Gevoelloze sadistische beulen die ongehinderd hun gang konden gaan omdat elke vorm van regels of wetten ontbrak. Er was evenmin toezicht op wat zich er afspeelde. Vrouwen werden bijna dagelijks verkracht en mannen werden zonder aanwijsbare aanleiding gemarteld. Ik heb volkomen onschuldige medegevangenen zien lijden en sterven terwijl ik niks voor hen kon doen. Helemaal niks."
Onder mijn troostende handen voelde ik hem verkrampen. Waarom, dacht ik. Waarom hij? De dokter was nooit een fascist, racist of antisemiet geweest. Met politiek had hij zich nooit bezig gehouden. Natuurlijk had hij fouten gemaakt met zijn onorthodoxe methodes, maar in wezen was hij een goed mens met een warm hart op de juiste plek. Dit had hij dan ook niet verdiend. Zo'n lijdensweg had niemand verdiend. Zelfs de meest beruchte oorlogsmisdadigers werden op een humane manier behandeld en berecht.
"Eén van die schoften," gromde hij verbeten. "Eén van de bewakers in Duindorp had het specifiek op mij gemunt. Hij vond dat ik extra streng gestraft moest worden omdat ik talloze vrouwen onzedig had betast en me zogenaamd had verrijkt aan de meisjes die voor me werkten. Zijn favoriete martelpraktijk was het breken van de botten in mijn vingers. Telkens als ze weer een beetje waren genezen begon hij opnieuw. Hij was vastbesloten ervoor te zorgen dat ik nooit meer een vinger naar een vrouw zou uitsteken. Met succes."
Het bleef een tijdlang stil. Het was allemaal teveel om te bevatten. Ik kon niet begrijpen dat mensen elkaar dit konden aandoen. Ik kende de horrorverhalen van de Joden over de transporten en de concentratiekampen in Oost-Europa. Ook dat ging elk voorstellingsvermogen te boven. Maar dat zoiets in ons eigen beschaafde landje gebeurde, uitgevoerd door onze eigen landgenoten? De ene Nederlander versus de andere? Had de gekte toegeslagen toen de moffen het hazenpad kozen?
Mijn blik gleed nogmaals over zijn gelaatstrekken. Verwoed zocht ik naar woorden en schraapte mijn keel. "Maar ze... ze hebben gelukkig wel je hoofd gespaard."
"Ja," beaamde hij cynisch. "Maar weet je waarom? Ik mocht niet versuft of buiten westen raken. Ik moest alles bewust ondergaan; de kwellingen, de pijn, de vernederingen, de beschuldigingen, de leugens, de vrieskou, de hitte... Alles." Hij lachte schamper. "En weet je waarom mijn pik het nog doet? Omdat die hersenloze ploerten bang waren om voor homofiel te worden versleten als ze mijn schaamstreek zouden aanraken. Erg snugger waren ze niet, al had ik er in dit geval geen problemen mee."
Ik probeerde verwoed iets positiefs te verzinnen als tegenwicht tegen zoveel narigheid. "Maar ze hebben je niet klein gekregen. Mentaal was je ongetwijfeld sterker dan zij."
"Dat lijkt maar zo, liefie. Ze hebben me wel degelijk klein gekregen. Misschien niet op dat moment, maar later... Later wel."
Terwijl zijn relaas bleef echoën in mijn hoofd keken we elkaar zwijgend aan. Ik zag dat hij doodmoe was en niet meer wilde praten. Dat hoefde ook niet. Ik had genoeg gehoord. Er was nog slechts één ding dat ik wilde weten. Ik had hem iets gevraagd wat hij tot nu toe had genegeerd. Ik aarzelde. Zowel voor hem als voor mij was dit heftig. Zou ik toegeeflijk zijn en hem met rust laten? Of moest ik op mijn strepen staan en hem dwingen die laatste drempel te nemen?
Ik besloot tot het laatste. "Trek je zelf je kleren uit of zal ik het doen?"
Hij keek me langdurig aan en gaf zijn verzet toen op. "Goed dan. Maar doe me een lol, liefie... Ga alsjeblieft niet huilen."
Ik probeerde me op het ergste voor te bereiden hoewel ik niet wist wat ik kon verwachten. Ik hoopte maar dat het meeviel.
Terwijl hij moeizaam aan zijn overhemd pulkte zag ik dat zijn duimen beweeglijker waren dan zijn vingers, waardoor hij zijn handen beter kon gebruiken dan ik dacht. Desalniettemin was het een drama om hem te zien klooien. Ik wilde hem niet als een klein kind behandelen en daarom hielp ik hem niet. Op medelijden zat hij niet te wachten. Als hij hulp nodig had moest hij het maar vragen.
Met ingehouden adem zag ik zijn blote armen tevoorschijn komen. Ze vertoonden littekens van snij- en brandwonden. Kleine ronde markeringen wezen erop dat iemand brandende sigaretten op zijn huid had gedrukt. De aanblik bezorgde me koude rillingen. Krankzinnig!
Zijn linker onderarm vertoonde een merkwaardige bult die het gevolg leek van - waarschijnlijk - een botbreuk die verkeerd aan elkaar was gegroeid. Ik slaagde erin mijn gezicht in de plooi te houden toen ik hem aanmoedigde verder te gaan. Ik was vastbesloten geen krimp te geven, wat ik ook te zien zou krijgen. Maar daarin faalde ik jammerlijk zodra hij zijn onderhemd uittrok. Een gesmoorde gil van afgrijzen ontsnapte uit mijn keel toen ik op zijn rechter schouder een Nazi swastika, een hakenkruis, ontdekte van zo'n twintig centimeter doorsnee. De tranen stroomden in beekjes over mijn wangen.
Hij was gebrandmerkt... Gebrandmerkt!
"Welke zieke geest heeft dat op zijn geweten?" snotterde ik.
"Ik heb er nog eentje. Het is maar dat je het weet."
Hij nam me in zijn armen en liet me uithuilen op zijn schouder. Hoewel ik hem zou moeten troosten, troostte hij mij. Hij had om begrip gevraagd. Ik had het niet begrepen.
"Koppige meid," fluisterde de dokter sussend. "Je bent nog net zo'n eigenwijs grietje als vroeger, maar toen luisterde je nog af en toe naar me."
"Dit is zo oneerlijk," schokschouderde ik. "Zo... zó verschrikkelijk."
Het was niet verwonderlijk dat zijn sterke karakter hieronder had geleden. Hij was voor het leven getekend. Hij wilde er niet aan worden herinnerd maar tegelijkertijd werd hij dagelijks met zijn uiterlijke en innerlijke littekens geconfronteerd. In een wereld waarin moffenhaat nog springlevend was, verkeerde hij voortdurend in angst dat iemand zijn dubieuze verleden zou ontdekken. Waarschijnlijk durfde hij niet eens naar een huisarts.
Vervolgens ontdeed de dokter zich van de rest van zijn kleding. Een kleiner hakenkruis bevond zich op zijn slechte heup en in de huid van zijn onderrug was het woord 'nazi' gekerfd. Omdat dit laatste redelijk netjes was genezen viel het minder op. Verder bezat hij een wirwar van allerlei minder opvallende littekens over zijn hele lichaam, zelfs onder zijn voetzolen. Ik werd er onpasselijk van. Ik moest even weg uit deze benauwende slaapkamer. Frisse lucht happen.
"Ik heb zin in thee," zei ik met slecht geacteerde opgewektheid. "Jij ook?"
"Doe maar."
Hij doorzag mijn wens om hem te ontvluchten. Ik las het op zijn gezicht, maar ik kon niet anders dan even afstand nemen. Op de wc draaide mijn maag zich om. Ik proefde het zurige appelsap in mijn mond. In de keuken zette ik een bovenraampje open en inhaleerde diep. Ik spoelde mijn mond onder de kraan en nam uitgebreid de tijd om thee te zetten terwijl ik alles op een rijtje probeerde te krijgen. Dat lukte niet. Logisch, want mijn diepe verontwaardiging zat in de weg.
Met twee plastic bekers hete thee op een dienblaadje liep ik terug. Ik had min of meer verwacht dat hij zich weer had aangekleed maar dat was niet het geval. De dokter lag naakt op zijn rug. Het schemerde inmiddels. De avond was warm. Wat mij betreft hadden we geen bedlinnen nodig maar ik respecteerde dat hij een laken half over zich heen had getrokken. Hij leek iets minder gespannen. Ik ging naast hem liggen en kroop in het holletje onder zijn arm. De spiralen bedbodem piepte bij elke beweging.
"Vertel me iets positiefs," zei de dokter die een poging deed om mijn haren te strelen. "Vertel me over jou en Reuben. Iemand die jou tot een monogaam huwelijk kon verleiden moet wel een moordkerel zijn geweest. Ik mag tenminste hopen dat je hem trouw was."
"Ja en nee. Er was geen andere man..."
"Grote goden! Jij en Rosa...? Jullie doen het nog steeds?"
Ik hoefde het niet te bevestigen. Hij wist genoeg. Zijn lach vulde de slaapkamer.
"Reuben wist uiteraard dat we dikke vriendinnen waren. Maar hoe diep die vriendschap ging kon ik hem niet vertellen. Voor een Jood hij was heel ruimdenkend maar vrouwen- of mannenliefde bestond in zijn beleving niet."
Ik vertelde de dokter hoe ik Reuben had leren kennen. Hoe de onmogelijke liefde tussen een moffenhoer en een Jood toch mogelijk was gebleken. Hoe gelukkig ik met hem en 'onze' kinderen was en hoe hij me op handen had gedragen. Ook vertelde ik hem het heugelijke nieuws dat ik dit jaar oma zou worden. Tweemaal zelfs, want zowel Lea als Sam's kersverse echtgenote verwachtten beide hun eerste kindje. Stiekem hoopte ik op tenminste één meisje. Maar ik liet achterwege wat Reuben uiteindelijk fataal was geworden. Genoeg drama voor vandaag. Ik wilde deze dag in alle rust afsluiten.
Toen de duisternis viel scheen een straatlantaarn gedeeltelijk door de fragiele stof van de vaalgroene gordijnen heen en bood schemerlicht in de slaapkamer. Ik vroeg me daarbij af of die gordijnen met opzet zo dun waren. Was hij wellicht bang in het donker? Maar ik vroeg het hem niet. Er waren al genoeg vragen gesteld en antwoorden gegeven. Morgen was er weer een nieuwe dag.
Met een hand rustend op zijn borst voelde ik zijn hartslag. Hij was dan wel beschadigd, maar niets wees erop dat hij ziek was. Hoe oud en zwak hij ook leek, toch straalde hij op de één of andere manier kracht uit. Zijn geur prikkelde in mijn neus. Zijn warme huid tegen de mijne voelde vertrouwd. De aanblik van zijn getekende lijf deerde me al aanzienlijk minder. Het was absoluut waar dat ik een uitgesproken voorkeur had voor rijke klanten met een gesoigneerd uiterlijk, maar de dokter was geen klant. Hoe hij er uitzag was volkomen onbelangrijk. Ik voelde me aangetrokken tot de mens die in dat gekwelde lichaam schuilging. Hij had niet voor niets zo´n grote rol gespeeld in mijn leven. Ik had niet voor niets lange tijd om hem gerouwd. Ik was niet zonder reden zo blij dat ik hem had teruggevonden. Het was immers nooit de bedoeling geweest dat we elkaar kwijt zouden raken.
Ondanks alles moest ik een denkbeeldige drempel over voor ik het aandurfde zijn lichaam te verkennen. Misschien vond hij het niet prettig dat ik zijn littekens aanraakte. Maar toen ik hem zachtjes streelde deed hij niets om me te stoppen. Telkens als ik zijn wang kuste glimlachte hij met een zachte glans in zijn ogen. Hij ademde rustig in en uit.
Alsof tijd niet bestond voelde ik me opeens weer het zeventienjarige meisje dat bescherming zocht in zijn armen en in zijn bed als het leven te bar en boos voor me was. De herinnering aan een inktzwarte nacht in het Huis dook plotseling op in mijn gedachten, toen ik vanwege mijn wispelturige gedrag bij hem moest slapen. Ondanks mijn protesten werd het de meest gedenkwaardige nacht van mijn leven. Toen hij beloofde er altijd voor me te zijn bood hij me een nieuw thuis, een veilige haven en iemand bij wie ik altijd terecht kon in goede en in slechte tijden. Het gevoel van saamhorigheid bereikte een hoogtepunt toen zowel onze zielen als onze lichamen samen leken te smelten in een buitengewoon orgasme, dat eerder door mentale verbondenheid tot stand leek te komen dan door fysieke processen. Nooit ervoer ik onze innerlijke band intenser dan toen.
Ik had nooit meer een soortgelijke spirituele ervaring, niet met de dokter of welke andere man dan ook. Maar die bewuste oorlogsnacht zou een keerpunt worden. Vanaf dat moment voelde ik geen angst meer voor het leven of de toekomst. Vanaf die dag werd zijn invloed voorgoed een deel van mijn denken, doen en laten, ook nadat onze wegen zich scheidden. Zonder het juk van aangeleerde schaamte en kerkelijke normen en waarden, voelde ik me vrij om toe te geven aan het pure verlangen dat moeder natuur ons allen heeft toebedeeld. De dokter leerde me dat de mens is gemaakt om lief te hebben en om die liefde te bedrijven. Nee, hij maakte geen hoer van me, maar wel een zelfbewuste en ruimdenkende vrouw en daar was ik hem nog elke dag dankbaar voor.
In de melancholie van het moment biggelde een stille traan langs mijn wang. Hij zag het.
"Wat is er, liefie?"
"Jij... Jij bent er."
Hij glimlachte en sloot zijn ogen om te verhullen dat ze vochtig waren. Ik liet hem in de waan dat ik het niet opmerkte. Er was nog iets anders dat niet onopgemerkt bleef. Zijn pik was enigszins in omvang toegenomen en tussen mijn benen kriebelde het ook. Het nummertje van die middag was weliswaar weldadig geweest, maar veel te kort.
Omdat hij geen initiatief nam besloot ik het voortouw te nemen. Ik sloeg eerst een arm en een been over hem heen en ging vervolgens bovenop hem liggen. Onze neuzen raakten elkaar, onze blikken kruisten en onze lippen zochten en vonden elkaar in een reeks tedere tongzoenen. Intussen wreef ik mijn schaambeen zachtjes tegen zijn pik. Terwijl we onverminderd bleven kussen voelde ik zijn handen tegen de zijkanten van mijn borsten. Ik richtte me ietwat op zodat hij ruimte kreeg om mijn tepels te bereiken. Hij ontlokte een lange zucht aan mijn lippen toen zijn duimen rondjes draaiden om mijn harde knopjes.
"Mmm... Dat voelt niet verkeerd, dokter."
"Dat is een beetje de bedoeling. Ben je nat, liefie?"
Ik lachte ondubbelzinnig. "Geen domme vragen stellen, lieverd."
Ik voelde de eerste druppels tussen mijn schaamlippen vandaan druipen. De bekende geile koorts had bezit van me genomen. Ik verheugde me op het komende liefdesspel en de daaruit voortvloeiende bevrediging, die wat mij betreft niet lang genoeg kon duren. Het leek wel alsof ik heter was dan anders. Was dat een effect dat alleen de dokter op me had? Maar ik deed geen moeite een antwoord op die vraag te vinden, want de geaderde pik die tegen mijn buik klopte vroeg om mijn onverdeelde aandacht. Ik kuste zijn neus, zijn voorhoofd en likte speels aan zijn oorlel voordat ik me naar beneden bewoog om hem te pijpen.
"Nee," fluisterde hij schor. "Wacht nog even, Joke. Ik sta op springen en meer dan één keer klaarkomen lukt niet meer."
"Dat heb ik meer mannen horen zeggen," zei ik laconiek. "Zullen we wedden?"
"Een ander keertje graag. Maar nu wil ik eerst het geil uit je kut zuigen. Asjeblief liefie, doe me een lol en kom op mijn gezicht zitten zoals je vroeger deed."
Zijn wil was wet. Nog steeds. Maar ik vond het geen probleem dat hij de regie nam. En ach, ik had goede herinneringen aan zijn befkunsten en liet me met graagte likken. Weinig mannen waren überhaupt bereid om een kutje met hun tong te verwennen en nog veel minder kerels bakten er iets van. De dokter was daarentegen een liefhebber. Ik hoorde het kraken van het bed al niet meer toen ik naar het hoofdeinde bewoog en mijn knieën naast zijn oren plaatste. Plagend hield ik nog even ruim afstand tussen zijn mond en mijn kruis. Ik keek langs mijn lijf naar beneden en zag zijn lachende ogen glimmen tussen mijn dijen. Mijn smachtende kut kromp bij voorbaat al spastisch samen, mijn geil drupte op zijn kin en ik hoorde hem slurpen. In mijn onderbuik werd de basis gelegd voor een eerste orgasme.
"Ooh," hijgde ik toen ik me op zijn mond liet zakken en zijn tong verkennend langs mijn poes gleed. Genietend kantelde ik onwillekeurig mijn hoofd achterover en sloot mijn ogen. Hier wilde ik zoveel mogelijk van voelen. De dokter klemde zijn handen om mijn heupen en dwong me in de door hem gewenste positie. Als vanouds vonden zijn mond en tong de enig juiste weg naar genot. Hij likte, sabbelde, zoog en knabbelde zoals alleen hij dat kon. Mijn lijf reageerde jubelend toen hij zich op mijn knopje concentreerde. Ik deed er nog een schepje bovenop door mijn handen naar mijn borsten te brengen. Mijn vingers knepen en trokken hard aan mijn tepels. Ik deed niets om het aanstormende hoogtepunt tegen te houden. Sidderend en kreunend gaf ik me eraan over. Mijn lijf schokte en trilde toen het vlammetje een vuurtje werd en zich als een vuurbal door al mijn lichaamscellen verspreidde.
De dokter wist hoe overgevoelig een klitje was na een orgasme. Hij bleef er wijselijk af en drukte nu kleine kusjes op mijn buitenste lippen zodat ik rustig kon bijkomen van het inwendige geweld. Toen ik mijn ogen weer opsloeg zag ik hem breed lachend onder me liggen.
"Zalig," antwoordde hij op de vraag die ik wilde stellen.
Terwijl de hitte in mijn lijf geleidelijk afnam kroop ik van hem af en draaide me om. Tot mijn grote genoegen was zijn pik tot maximale proporties gegroeid. In de aderen zag ik het bloed kloppen, waardoor zijn lul bij elke hartslag even opwipte. Kleine druppels geil vormden plakkerige draden tussen zijn eikel en buik. Onbewust likte ik mijn lippen.
"Wanneer ben je voor het laatst gepijpt, dokter?"
"22 april 1945," zei hij zonder blikken of blozen.
Ik had enkele seconden nodig voordat het kwartje viel. "Was dat...?"
"Onze laatste nacht samen," beaamde hij.
"Mijn hemel," was mijn verbijsterde reactie. "Zo lang? Kom, laat me je uit je lijden verlossen."
Meer dan een goedkeurende grom kwam er niet over zijn lippen, maar het was voor mij genoeg om gehaast tussen zijn benen te knielen en me gretig over zijn lul te ontfermen. Ik likte het vocht van zijn eikel en plaagde zijn pisgaatje.
Hij hijgde amechtig: "O Joke... O...! Er gaat toch niets boven..."
"Een echte hoer?" vulde ik lachend aan.
Mijn handen namen het even over. Ik masseerde zijn ballen en bewoog de voorhuid zachtjes op en neer.
"Nee, geen hoer. Je zou dat woord nooit in je mond nemen, weet je nog? Ik bedoel... O liefie... Ga door. Asjeblief... Pijp me!"
Had ik hem ooit zo hard horen kreunen en kermen? Vast wel. Maar het idee dat hij jarenlang seksueel tekort was gekomen en ik nu degene was die dat gemis een beetje goed mocht maken, resulteerde in een ultiem gevoel van voldoening. Het was een voorrecht hem te laten genieten en daarom nam ik zijn eikel weer in mijn mond en likte ijverig langs zijn toompje en het randje.
"Geen hoer," zuchtte hij met gesloten oogleden toen ik hem steeds verder in mijn mond toeliet en zowel het tempo als de intensiteit van mijn pijpen opvoerde. "Je bent één van mijn meiden. Geen vrouw is zo goed in bed als mijn eigen meisjes. En jij... Jij bent mijn favoriete meisje. Ik... O verdikkeme... Stop! Ik kom..."
Ik liet hem klaarkomen, al kon hij dat misschien maar één keer. We zouden wel zien of dat waar was, want net voordat hij begon te spuiten kneep ik zijn plasbuis dichtbij de wortel stevig dicht, zodat hij wel een orgasme kreeg maar geen ejaculatie.
"Wat... Wat doe je?"
Ik grijnsde triomfantelijk toen zijn erectie onverminderd hard bleef, zoals ik had gehoopt. Hij keek met ongeloof van zijn pik naar mij en vloekte.
"Feeks! Waar heb je dat geleerd?"
Ik lachte. "Je bent niet enige arts met wie ik de lakens deelde. Ik vertel je later wel hoe ik Etiënne leerde kennen."
"Etiënne... Een speciaal iemand?"
Ik schudde resoluut mijn hoofd terwijl ik overeind kwam, schrijlings over de dokter ging zitten en zijn donkerrode eikel tussen mijn schaamlippen liet glibberen. Het contact met mijn klit deed me hunkeren naar meer.
"Etiënne geilt op jonge meisjes en zoekt alleen contact als hij weer toe is aan een ander hoertje. Dat regel ik dan in alle discretie voor hem. Momenteel woont hij vaker in Brussel dan bij zijn vrouw in Frankrijk."
Toen ik me tergend traag over zijn pik liet zakken hield ik spontaan mijn adem in. Wonderlijk! Ik had erover gedroomd maar het niet voor mogelijk gehouden. Toch was het zo. Mijn druipnatte kut vierde een feest van herkenning toen ik zijn zak tegen mijn billen voelde. Visioenen uit het verleden flitsten door mijn hoofd. Zijn lul was... Ik hapte naar adem, sloot mijn ogen en liet de sensatie zo optimaal mogelijk tot elke vezel in mijn verhitte lijf doordringen. Mijn ledematen werden zo week als pudding. Hij vulde me naadloos.
"O dokter, hou me vast."
Onmiddellijk reikte hij me zijn handen. Ik greep ze vast.
"Wat is er, liefie? Voel je je niet lekker?"
"Ik voel me beter dan ooit, maar..."
"Wat?"
Een blos steeg naar mijn wangen toen ik, giechelend als een tiener, in zijn vragende ogen keek.
"Je mag me niet uitlachen, hoor."
"Beloofd. Ik luister."
"Je verklaart me vast voor gek," grinnikte ik. "Ik heb het je nooit durven te vertellen omdat ik bang was dat je mijn zeepbel lek zou prikken, maar vroeger... In het Huis verbeeldde ik me dat jouw pik zo perfect in me paste omdat je de eerste was die me neukte. Ik werd veel geiler van jou dan van andere kerels. Met jou beleefde elk orgasme intenser. En nu... Ik heb vele tientallen piemels gezien, gevoeld en geneukt die qua afmeting niet of nauwelijks verschilden van de jouwe. Ik kan het bijna niet geloven, maar je geeft me weer dat goddelijke gevoel dat ik nooit bij iemand anders heb ervaren."
Glimlachend nam de dokter me in zijn armen en trok me stevig tegen zich aan, huid tegen huid. Zijn pik bewoog met ons mee toen ik me innig door hem liet omhelzen. Mijn tepels raakten de zijne. Elke hartslag werd nauwkeurig in mijn vagina geregistreerd. De spieren van mijn bekkenbodem krampten in hetzelfde ritme samen. Ik kon me niet herinneren wanneer ik voor het laatst zo godvergeten geil was geweest. Opnieuw lag een orgasme op de loer. Er was niet veel voor nodig maar ik wilde dit moment vasthouden. Nog niet, dacht ik. Denk aan iets anders. Maar ik was letterlijk en figuurlijk vol van hem.
Hij bewoog. Zonder ook maar een millimeter afstand tussen ons te creëren rolde hij ons om, zodat ik op mijn rug belandde en hij bovenop me. Zonder erbij na te denken sloeg ik mijn benen om zijn lichaam. Op dat moment voelde ik zijn pik enigszins opzwellen en nog iets steviger tegen mijn baarmoeder duwen. Een seconde later ontplofte ook mijn onderbuik. Toen zijn zaad in enkele krachtige stralen in mijn kut spoot, raasde mijn orgasme als een warme wervelwind door mijn lijf.
"Dat had je me best mogen vertellen," fluisterde hij in mijn oor toen onze ademhaling en hartslag weer tot normale waarden waren afgenomen. "Het is geen zeepbel, maar een prachtige gedachte en ik geloof je, want ik beleef het precies zo."
"Echt waar?"
"Ja echt."
Droomde ik? Durfde ik te hopen dat mijn droom werkelijkheid werd? Was dit het juiste moment om hem de vraag te stellen die me al zo lang achtervolgde? Kon ik een eerlijk antwoord verwachten of zou hij weer om de kern heen draaien? Ik verzamelde al mijn moed en likte mijn droge lippen.
"Toen het oorlog was... Hield je toen van me? Niet als je minnares of je surrogaatdochter, maar echte liefde, zoals een verliefd stel dat samen oud wil worden?"
In doodse stilte bleef die vraag tussen ons in hangen. Waarschijnlijk zweeg hij slechts luttele seconden, maar mijn hart leek wel een uur stil te staan in afwachting van zijn antwoord. En al die tijd priemden zijn lieve grijze ogen in de mijne.
(wordt vervolgd)
© Fanny, januari 2019
De dokter 15: Een oude man op een bankje
Ik ben absoluut geen fan van oorlogsverhalen of films,maar dit is een in 1 woord fantastisch, komt er ( ooit ) nog een vervolg met antwoord van De dokter achteraan ?
In één ruk gelezen? Wow!
Joke en haar dokter liggen nog te wachten tot ik weer eens tijd en rust heb om aandacht aan hen te besteden. Veel vragen verdienen nog een antwoord. Wordt vervolgd, maar vraag me niet wanneer
IK heb deel 15 en 16 weer eens gelezen....
Weergaloos zoals je schrijven kan.
Mijn vraag is: wanneer komt het antwoord van de dokter?
Je begrijpt me: ik zie uit naar het vervolg.
gr..