No woman, no cry
(Bob Marley - 1974)
Maastricht januari 1991
Nadat Ruth hem de deur had gewezen was Vincent inderdaad gaan joggen. Wilde hij op tijd fit zijn voor de marathon van Barcelona, dan moest hij niet nog meer van zijn trainingsschema afwijken. Hij had echter veel langer en harder gerend dan goed voor hem was, maar hij was in zijn opzet geslaagd. De gedachten aan Ruth had hij naar de achtergrond weten te verdringen.
Thuis griste hij een appel van een fruitschaal en zette de radio aan. Een oude hit van Everest vulde de ruimte. Opgezweept door het ritme bewoog hij mee met de muziek en speelde grinnikend een stukje luchtgitaar naar voorbeeld van Dave Rodenbach, de gitarist van de band. Zijn gedachten gingen terug aan naar enige live concert van Everest dat hij had bijgewoond. Toen hadden ze dit nummer ook gespeeld. Hij kon zich niet herinneren in welk jaar dat was geweest, maar wel dat hij de politieopleiding op dat moment nog niet had voltooid. Het was in meerdere opzichten een spectaculaire avond geweest en hij vroeg zich af waarom hij daarna nooit meer een poging had ondernomen om naar één van hun optredens te gaan. Nu was het te laat. De vier bandleden waren ieder hun eigen weg gegaan, zoals dat met veel toenmalige bands het geval was. Gelukkig overleefde de muziek de onderlinge rivaliteit van de bandleden.
Hij liep door de woonkamer met de zwart-wit geblokte tegelvloer en het eveneens in blinkend zwart en wit uitgevoerde interieur van beroemde designers. Destijds had Sophie zoveel verdiend met haar modellenwerk dat ze zich dat konden veroorloven. Het meeste wat hier stond was haar keuze. Zoals zoveel mannen had hij haar de vrije hand gegeven. Hij had de halfvrijstaande doorzonwoning gekocht, zij had hem ingericht.
Vincent keek de kamer rond alsof hij het voor het eerst zag. Vanaf één van de muren staarde Sophie hem aan. De haarscherpe zwart-wit foto was afkomstig uit fotoshoots die haar jaren geleden bekend hadden gemaakt. Beeldschoon, daarover bestond geen twijfel. Hij was eraan gewend dat hij haar beeltenis in meerdere ruimtes van dit huis tegenkwam, maar vandaag leken haar beeltenissen plotseling een beetje veel van het goede. Ruth had gezegd dat ze geen plaatjes nodig had om aan haar man te denken. Voor hem gold hetzelfde maar het tegendeel was ook waar. Al deze prachtige foto’s benadrukten juist dat Sophie zelf ontbrak.
Vincent bladerde door de post. Bij het zien van zijn banksaldo fronste hij zijn wenkbrauwen. Sophie's inkomsten waren afhankelijk van haar opdrachten, die de laatste tijd niet alleen in aantal waren afgenomen, maar ook minder geld in het laatje brachten. Toch vond het ze het niet nodig om haar uitgaven aan merkkleding, make-up en schoonheidsbehandelingen te beperken. Hun spaargeld slonk zienderogen. Nog een reden voor een gesprek, dacht hij.
Zijn oog viel plots op zijn pilotenjack dat hij bij thuiskomst over een stoel had gehangen. Er stak een klein puntje papier uit zijn linker jaszak dat hem onbekend voorkwam. Wat was dat? Het volgende moment haalde hij vijf biljetten van honderd gulden tevoorschijn en een in de haast geschreven notitie;
Thanks for caring,
R.
Verontwaardigd verkreukelde hij het papiertje in zijn vuist. Was ze helemaal gek geworden? Dacht Ruth McKean werkelijk dat ze hem kon afkopen? Dat hij geld aannam voor hulp die hij spontaan en uit medeleven had geboden? Nee, zo zat hij niet in elkaar. Dat geld kreeg ze zo snel mogelijk terug. Uiterlijk morgen. En daarbij bedacht hij verheugd dat ze hem een goede reden had gegeven om haar weer op te zoeken. Peinzend richtte hij zijn blik naar het plafond. Er moest een manier zijn om het goed te maken met Ruth, misschien zelfs vriendschap met haar te sluiten. Maar hoe?
Later die dag belde Vincent zijn vader.
"Lichamelijk gaat ze de goede kant op," vertelde Sjeng. "Ik heb de hechtingen uit haar arm gehaald. Het litteken verdient geen schoonheidsprijs maar ze mag blij zijn dat er geen blijvende schade is… Maar waarom ben jij opeens niet meer welkom?"
"Wat heeft ze verteld?"
"Dat ze je een enorme eikel vindt omdat je in haar tas hebt gerommeld."
Vincent sloot zijn ogen en verwenste zichzelf. Hij voelde met terugwerkende kracht het schaamrood naar zijn wangen stijgen. Sukkel!
"Vincent," verzuchtte Sjeng. "Hoe dom kun je zijn? Je zou moeten weten dat een vrouw als Ruth voor alles een vaste plek heeft in haar handtas. Denk na. Deze dame kan het je erg moeilijk maken als ze wil. Maarre... heb je nog iets gevonden?"
Vincent glimlachte om de nieuwsgierigheid van zijn vader. "Niks. Helemaal niks... Heeft ze die dikke envelop al open gemaakt?"
Blijkbaar wist Sjeng meteen wat hij bedoelde. "Vergeet het. Ze heeft hem ongeopend in een lade gelegd. Jij en ik krijgen de inhoud niet te zien."
"Jammer."
"Vincent?"
"Ja?"
"Laat het rusten, jongen."
"Ik weet het, maar het laat me niet los. Denk je dat Ruth voor iets of iemand gevlucht kan zijn?"
"Ik denk dat we niets moeten uitsluiten," antwoordde Sjeng. "Maar ze heeft waarschijnlijk een goede reden om zo zwijgzaam en wantrouwend te zijn."
<> <> <>
Sophie arriveerde na middernacht. Zoals gewoonlijk parkeerde ze haar zwarte Alfa Romeo scheef op de oprit.
Enkele uren eerder had Vincent haar gebeld. "Sophie, kom alsjeblieft naar huis," had hij gezegd. "Ik mis je."
"Morgen, schat. Ik kan hier nu niet weg. Vanavond heb ik nog een afspraak."
"Is dat belangrijker dan je liefhebbende echtgenoot? Kun je niet afzeggen?"
"Nee, daarvoor is het nu te laat. Die ene nacht kun je toch wel wachten? Ik kom morgen zo vroeg mogelijk. Beloofd."
"Nee, ik wil dat je vanavond komt. Ongeacht hoe laat het wordt, ik wacht op je."
"Wat doe je nou moeilijk?"
"Moeilijk? Ik...?" Vincent verloor bijna zijn zelfbeheersing. "Ik leef naar de schaarse momenten toe dat je even tijd voor me hebt. Is het zo raar dat ik bij je wil zijn? Dat ik van je hou? Dat ik naar je verlang?"
"Je bent geil."
Dat ook, dacht Vincent. Het beeld van Ruth’s borsten bleef telkens opduiken in zijn gedachten. De erotische spanning van die ochtend had bezit van hem genomen. Voelde hij zich tot haar aangetrokken? Het antwoord was nee. Naar eer en geweten kon hij zeggen dat hij geen romantische gevoelens voor haar koesterde. Ze fascineerde hem enkel en alleen vanwege het mysterie dat haar omgaf. Toch kon hij niet ontkennen dat Ruth tot zijn mannelijke verbeelding sprak. Invalide of niet, hij vond haar begerenswaardig.
"Hey schatje. Ik kan je niet kussen, hoor. Het is nog te gevoelig."
"Wat heb je gedaan?" vroeg Vincent terwijl hij Sophie omhelsde en haar een voorzichtig kusje op haar wang gaf.
Ze zag eruit alsof ze een bokswedstrijd achter de rug had. Haar lippen waren abnormaal gezwollen.
"Ik heb mijn lippen laten doen. In Amerika is dit helemaal hip. Die actrice… eh… hoe heet ze ook alweer...? Zij heeft het ook gedaan. Het resultaat is geweldig! Maar je moet er nu niet van schrikken, hoor. Binnen een paar dagen trekt de zwelling weg."
"Wat was er mis met je lippen?"
"Ze waren te smal. Volle lippen zijn veel mooier."
Vincent zweeg. Sophie had helemaal geen smalle lippen. Wat was er toch met zijn vrouw aan de hand? Tien jaar geleden zou niet eens hebben overwogen aan haar uiterlijk te sleutelen. Ze hadden elkaar leren kennen tijdens een barbecue bij gezamenlijke vrienden. Uiteraard was haar schoonheid hem meteen opgevallen, maar hij was nadien vooral verliefd geworden op haar spontaniteit, vrolijkheid en natuurlijke uitstraling. Dat haar wereld draaide om haar uiterlijk, om kleding, make-up en kapsels, vond hij niet vreemd omdat ze nu eenmaal een veelgevraagd model was. Soms vergezelde hij haar naar Milaan, Parijs of Londen. Maar sinds ze de concurrentiestrijd met jongere meisjes niet meer kon winnen, was haar zelfvertrouwen geknakt. Ze was anders naar zichzelf gaan kijken. Eerst moesten haar haren een tint blonder en haar huid een tint bruiner. Op haar hele lijf mocht geen enkel haartje meer groeien. Ze liet haar tanden bleken en ging dwangmatig sporten. Het ene dieet volgde na het andere. Het resultaat was dat ze nog steeds mooi was maar haar natuurlijke uitstraling verminderde gestaag. Ook haar kledingkeuze veranderde. Naarmate ze ouder werd kleedde ze zich jeugdiger. Te jeugdig en soms zelfs hoerig. Haar uiterlijk was een obsessie geworden. Vandaag waren het haar lippen. Wat volgde?
Het maakte Vincent niet uit hoe zijn Sophie eruit zag. Of ze slank of mollig was, groot of klein, bruin of blank, mooi of lelijk, arm of rijk. Hij had er geen problemen mee dat ze geen achttien meer was en dat ze niet eeuwig jong en strak in haar vel zou blijven. Hij hield van haar en accepteerde haar zoals ze was. Ze zouden samen oud worden. Een lang en gelukkig leven hadden ze elkaar beloofd. Maar dat geluk stond de laatste tijd wel stevig onder druk.
"En wat heeft dat grapje gekost als ik vragen mag?"
"Dat valt erg mee. Via een kennisje heb ik korting gekregen."
"Sophie, we staan rood!" zei Vincent geërgerd. "En niet zo een klein beetje ook. Ik zou het wel prettig vinden als je dergelijke uitgaven vooraf met mij overlegt. Ofwel je zorgt ervoor dat je zelf voldoende inkomsten hebt."
"Dat zit eraan te komen, schat. Heus, ik ben met iets bezig dat erg veelbelovend is. Maar dan moet ik er wel op mijn best uitzien natuurlijk. Deze investering betaalt zichzelf terug, maar heb een beetje geduld met me."
Dat hoorde hij nu al maanden. Als hij haar moest geloven dan werden haar gouden bergen in het vooruitzicht gesteld, maar tot nu toe had hij daar bijzonder weinig van gemerkt.
"Wil je iets eten? Ik heb spaghetti gemaakt."
"Nee, ik heb mijn portie koolhydraten al gehad vandaag."
"Wijntje dan maar?"
"Doe maar een glaasje water."
In de keuken opende hij een fles bronwater. Zelf nam hij een biertje.
In de woonkamer wachtte Sophie hem triomfantelijk op met het geld dat ze had gevonden.
"Wat zeur je nou over geld? Je hebt hier vijfhonderd gulden liggen. Mag ik het hebben?"
Hij griste de biljetten nijdig uit haar handen.
"Nee, je hebt al genoeg geld over de balk gesmeten en mijn auto moet naar de garage. De distributieriem is aan vervanging toe."
Niet dat Sophie enig idee had wat een distributieriem was. Vincents maag draaide zich om. Hij gunde haar de hemel op aarde, maar nu even niet. Snapte ze dan niet dat ze niet altijd alles voor zichzelf kon opeisen?
"Wat is er? Ben je boos?"
"Nee, ik ben niet boos," reageerde Vincent bits.
Hij hoorde de teleurstelling in haar stem. Soms was ze zo vermoeiend.
"Waar heb je dat geld vandaan?"
"Dat had ik opzij gelegd voor noodgevallen."
Vincent realiseerde zich dat hij nooit eerder tegen Sophie had gelogen. Waarom vertelde hij haar niet gewoon waar dat geld vandaan kwam, waar hij de afgelopen dagen was geweest en wat hij had gedaan? Zou het haar eigenlijk wel interesseren dat hij iemand het leven had gered? Kennelijk had Sophie hem niet eens proberen te bellen, want anders wist ze dat hij de hele week amper thuis was geweest.
Vervolgens hadden ze hun gekibbel gestaakt. Na nog een watertje en een biertje ontspande de sfeer. Als ze niet over geld of uiterlijkheden spraken konden ze het prima met elkaar vinden. Haar aanwezigheid voelde goed. Sophie kon lief en aanhankelijk zijn als een puppy. Ze nestelde zich in zijn armen en hij zocht langzaam meer toenadering door zijn verlangen de overhand te laten nemen. Hij streelde haar haren en haar huid, verwijderde stuk voor stuk haar kleren, waarna hij haar naar de slaapkamer volgde. Daar was het tot de meest teleurstellende vrijpartij gekomen die Vincent had beleefd sinds zijn eerste seksuele ervaringen.
Hoe kon je vrijen met een vrouw wier lippen verboden gebied waren? Begon niet elk liefdesspel met een lange tongzoen? Maar ze draaide haar gezicht van hem weg. Hij miste haar kusjes in zijn hals, de likjes aan zijn oorlel, om over de rest van zijn lichaam nog maar te zwijgen. Het hele gebeuren ontaarde in een soort eenrichtingsverkeer waarbij hij wel gaf, maar niet het gewenste terugkreeg. Haar zorgvuldig gemanicuurde handen en nagels konden dat gemis niet goedmaken. Hij probeerde de aanblik van haar dikke lippen te mijden. Op een gegeven moment deed hij het licht uit om niet door zijn visuele waarnemingen te worden afgeleid. Maar de reuk en de smaak van haar bodylotion, die ze schijnbaar net had aangebracht, werkten allerminst lustverhogend. Misschien had hij het daarbij moeten laten. Stoppen toen het nog kon. Sophie wekte de indruk haar extase te acteren als een porno actrice. Maar zijn hormonen hadden al de leiding genomen, dwongen hem de ingeslagen weg te vervolgen en dreven hen samen naar een hoogtepunt.
Hij zag het niet aankomen. Hij riep het niet over zichzelf af. Hij wilde niet eens aan iets of iemand anders denken. Maar in heetst van de strijd, op het toppunt van zijn kunnen, kreeg zijn naderend orgasme een extra boost door het opduikende beeld van een andere vrouw in zijn gedachten. Een gezicht zonder crème of make-up, een kapsel zonder haarlak, wimpers zonder mascara, lippen zonder lippenstift, nagels zonder nagellak, handen zonder ringen, ongebruinde huid, een lichaam dat kinderen had gebaard, benen zonder kuiten of voeten… Maar wie van beide was het meest gehavend? Ruth of Sophie? De eerste was beschadigd door het leven, de ander beschadigde zichzelf moedwillig.
Terwijl Sophie al lang sliep lag Vincent nog in het donker te staren. Hoewel hij zijn nachtrust goed kon gebruiken, kon hij de slaap niet vatten. De vraag hoe het zou zijn om met Ruth de lakens te delen prikkelde zijn verbeelding. Zou het ontbreken van haar onderbenen haar op seksueel gebied beperken? Eerlijk gezegd betwijfelde hij dat. Haar lichaam functioneerde verder normaal. Ze had haar onderbenen niet nodig om een man te kunnen behagen. Alleen al haar mond... Hij werd zich opeens ervan bewust hoe graag hij naar haar lippen keek. Dat lachje van haar... Soms lief en zacht, soms hard of spottend. Haar tong als ze haar lippen bevochtigde. Enkel als hij dacht waar haar mond toe in staat was als...
Was het een perverse psychische stoornis om te fantaseren over een gehandicapte vrouw? Pleegde hij niet een beetje overspel door zich af te vragen hoe haar tongzoen smaakte? Hoe het was om in haar armen te liggen? Haar naakte huid tegen de zijne te voelen? Zijn heupen tegen die van haar? Hoeveel monden had Ruth gekust? Hoeveel mannen had ze al tegen haar welgevormde boezem gedrukt? Was ze wel eens vreemd gegaan? Hield ze van ruwe of tedere seks? Was ze actief of passief? Ingetogen of expressief? Zou ze een tijgerin zijn of een spinnend katje? Was ze inderdaad zo heet als hij zich stiekem verbeeldde?
Vergeet het maar. Allemaal vragen waarop hij geen antwoord zou krijgen. De realiteit was dat hij zijn eigen vrouw trouw zou blijven en dat Ruth depressief was. Seks was waarschijnlijk het allerlaatste wat haar momenteel bezighield en hij was geen potentiële liefdeskandidaat voor haar. Ze duldde hem niet eens in haar omgeving. Maar misschien school daarin juist de uitdaging. Het cliché luidde dat geen vrouw zo aantrekkelijk was als een onbereikbare vrouw. En Ruth was misschien wel de meest onbereikbare vrouw die hij ooit had ontmoet.
Vincent sloot zijn ogen. Uit het niets doemde plotseling een korrelige zwart-wit foto uit zijn geheugen op, een krantenfoto van een jonge vrouw in een elegant mantelpakje. Haar haren vielen deels over haar gezicht en ze droeg een grote zonnebril. Met een opgestoken hand probeerde ze de camera’s te ontwijken op het moment dat ze in een auto wilde stappen. Daarbij werd ze bijgestaan door tenminste twee gespierde kerels in tweedelig pak, vermoedelijk bodyguards. Helaas waren haar gelaatstrekken amper te herkennen. Het was voorpaginanieuws geweest. Vincent had het bijbehorende artikel ooit met veel belangstelling gelezen. Toch kon hij zich de context niet meer herinneren en evenmin waar of wanneer dit in het nieuws was geweest. Niet recent in ieder geval. Wat had dit te betekenen? Waarom kwam dit beeld opeens bovendrijven? Was er een verband? Met Ruth misschien? Of schoten zijn hersenen met losse flodders?
Vincent draaide zich op zijn zij en besloot zijn hersens niet langer te pijnigen. Vrouwen, dacht hij, je kunt niet zonder ze. Maar ze konden je leven knap lastig maken.
<> <> <>
Twee maanden later: maart 1991
Ruth had Vincent niet opgemerkt maar hij haar wel. Hij was op zoek naar een geschikt verjaardagscadeautje voor Sophie, maar wat gaf je een vrouw die vrijwel alles bezat wat haar hartje begeerde? In zijn zoektocht belandde hij in een muziekwinkel in de Muntstraat en daar botste hij bijna tegen de rolstoel van Ruth. Ze leek in gedachten verzonken en slechts aandacht te hebben voor de cd in haar hand.
Sinds ze hem de deur had gewezen had Vincent haar nog eenmaal gezien. Hij had van Kate en Sharon een uitnodiging gekregen om een feestelijke uitvoering in de muziekschool bij te wonen. Normaal gesproken zou hij vriendelijk hebben bedankt, maar in de hoop dat Ruth er ook zou zijn had hij zijn late dienst met een collega geruild. Vanwege de grote belangstelling was hij echter achter in de zaal blijven staan en had zich verbaasd over het enorme talent van sommige kinderen. Ruth had er die avond adembenemend uitgezien in een elegante zwart-witte jurk en hoge laarzen die haar prothesen verhulden. Ze was licht opgemaakt en maakte een stabiele en gezonde indruk. Niets herinnerde aan de zieke vrouw die hij dagenlang had verzorgd, afgezien van haar gereserveerde houding jegens hem. Ze schonk hem slechts een minzaam glimlachje en vervolgens werd zijn aandacht opgeëist door Kate en Sharon, die enthousiast vertelden over alle aspecten van hun muzikale prestaties. Sharon was zelfs in de prijzen gevallen en liet hem vol trots haar oorkonde zien.
Daar was het bij gebleven. Al snel had Ruth de ontmoeting beëindigd door samen met haar dochters de zaal te verlaten. Vincent volgde haar zo onopvallend mogelijk, maar kennelijk blonk hij niet uit als rechercheur want op de parkeerplaats zwaaide Ruth nog even naar hem. Opnieuw werd Vincent bevangen door het raadsel dat haar omgaf en de wens deze vrouw beter te leren kennen. Zou ze haar doodswens hebben opgegeven, vroeg hij zich af. Dat ze niet labiel leek kon slechts schijn zijn, maar het was een goed teken dat ze twee maanden na haar zelfmoordpoging nog in leven was.
Hij had haar gulle gift van vijfhonderd gulden niet meer persoonlijk aan haar teruggegeven, maar het geld in een envelop in haar brievenbus gedeponeerd. De volgende dag belde ze hem met de toezegging dat hij het geld alsnog mocht komen halen als hij het ooit nodig mocht hebben. Op de één of andere manier kreeg hij de indruk dat hij was geslaagd voor een examen. Had ze hem willen testen met dat geld?
Nooit zou hij haar om geld vragen, was Vincent's vaste voornemen. Zelfs als hij zonder inkomen en zonder dak boven zijn hoofd op straat zou belanden, zou hij geen geld van Ruth aannemen. Vanuit zijn ambt als politieman was het hem niet toegestaan om giften van derden aan te nemen, maar meer nog was zijn weigering gebaseerd op zijn trots. Voor zijn werk werd hij al betaald en spontane hulp bood hij belangeloos. Menslievendheid was immers niet in geld uit te drukken.
"De cd van Chris Adams,” zei Vincent toen hij zag op welk album Ruth's belangstelling was gericht. “Goede keus.”
Ruth reageerde alsof ze op heterdaad werd betrapt. “O, ben jij het, Sherlock. Je laat me schrikken.”
Vincent onderdrukte een zucht. "Waarom noem je me niet gewoon Vincent?"
"Dat hangt ervan af welke vragen je stelt... Vince," antwoordde ze op plagerige toon.
"Oké, ik snap het. Maar we kunnen toch wel een praatje maken? Over het weer of zo?”
Ze lachte. “Het weer is vandaag prima. Met jou en Sophie ook alles in orde?”
“Ja hoor. Er is niet veel veranderd sinds... Nou ja... Mag ik vragen hoe het met jou gaat?"
“Mijn arm en longen zijn volledig hersteld. Dank je.”
Haar lichamelijke gezondheid zei natuurlijk niks over haar mentale toestand, maar Vincent onthield zich van verdere vragen. Hij had de hint begrepen.
Ruth zette de cd weer in het rek en maakte aanstalten om weg te gaan.
Vincent aarzelde even. “Wil je hem niet hebben? Dit is het laatste exemplaar. Ik ben al in verschillende winkels geweest, maar hij is overal uitverkocht.”
“Echt waar?" Ze pakte de cd terug en gaf hem aan Vincent. "Koop jij hem dan maar."
Aarzelend nam hij het platte doosje van haar aan. "Sophie is komend weekend jarig, maar... Wil jij hem echt niet?"
Ruth schudde overtuigend haar hoofd. "Nee, dit is mijn favoriete genre niet. Ik wilde alleen de omslagfoto wat beter bekijken omdat hij me bekend voorkwam, maar ik heb me vergist. Wel een knappe vent, die Chris."
Ze had naar de groene ogen en de vertrouwde gelaatstrekken op de cover gekeken. De man die ze zo goed kende maar het leek een eeuwigheid geleden dat ze hem voor het laatst had gezien. Haar kleine broertje was een volwassen kerel geworden en had in korte tijd alle Europese hitlijsten bestormd met zijn eerste single. God, wat miste ze hem! Maar wat ze vreesde bleek waar; het booklet dat bij de cd hoorde bevatte een foto van hen beiden van enkele jaren geleden. Daarnaast een oproep aan iedereen die informatie had over de huidige verblijfplaats van Ruby Adams of haar kinderen, zich te melden bij een speciaal daarvoor geopend telefoonnummer. De gouden tip werd beloond met vijfduizend Engelse ponden. Zinloos, dacht Ruth. Talloze grapjassen, dronkaards en idioten zouden dat nummer bellen in de hoop dat bedrag te mogen innen. Maar toch... Die foto... Die foto zat haar niet lekker. Ze had doelbewust alle privé beelden meegenomen toen ze Londen verliet om een eventuele zoektocht te bemoeilijken. In het verleden had ze vreemde camera's zoveel mogelijk gemeden om haar privacy te beschermen. Het was al ingewikkeld genoeg dat Kian overal werd herkend. Toch waren er tal van gelegenheden geweest waarbij ze niet aan het oog van de camera ontkwam, zoals de diploma uitreiking van Chris' middelbare school waar deze foto werd genomen.
"Chris Adams heeft wekenlang op de voorpagina's van alle bladen gestaan," zei Vincent. "Hij is de ontdekking van het jaar. Dat kan je onmogelijk zijn ontgaan."
Ruth kuchte. Ze zocht verwoed in haar tas naar iets waarmee ze even aan Vincents aandacht kon ontsnappen. Dat hij haar nervositeit niet opmerkte dankte ze enkel aan het feit dat hij hoog boven haar uit torende. Hij was geen domme jongen. Als hij nu recht in haar ogen kon kijken zou hij zien dat dit gesprek haar bijna een hartverzakking bezorgde.
Het moment dat ze Chris' stem voor het eerst op de radio hoorde en haar eigen compositie herkende, zou ze nooit vergeten. Het was zowel een dolksteek in haar rug als een feest om te weten dat het hem was gelukt. Hij had inmiddels twee singles en een album uitgebracht waarmee hij hoog scoorde. De recensies waren lovend en de verwachtingen hooggespannen. Ruth kon niet ontkennen dat Chris goed kon zingen, maar ze vond dat zijn talent nogal werd overschat. Zij wist dat de liedjes op dit album niet door Chris waren geschreven, zoals hij zelf zo stellig beweerde. Hij had zich de liedjes gewoon toegeëigend, zoals ze zojuist aan de hand van de playlist op de cd had vastgesteld. Het waren allemaal nummers die door haar en Kian waren geschreven in de periode nadat Everest was ontbonden. Liedjes die niemand anders kende, die nooit officieel waren geregistreerd en waar geen auteursrecht op rustte. Ruth had ze in een doos verzameld met de bedoeling om er ooit iets zinnigs mee te doen, al wist ze op dat moment niet precies wat. Chris had de muziek en teksten blijkbaar gevonden, gekopieerd en op zijn eigen naam gezet. Ruth misgunde hem het succes niet, maar ze had haar bedenkingen over de manier waarop hij dit had bereikt.
Want de persoonlijke achtergrond van Chris bleek een hoog tranentrekkend gehalte te hebben, dat ongetwijfeld een stimulerend effect had op de verkoopcijfers. Van jong tot oud werd meelevend gereageerd op zijn levensverhaal, dat hij zelf breeduit verkondigde aan wie het maar wilde horen. Pas vijfentwintig jaar oud, opgegroeid in een achterbuurt, beide ouders overleden en zijn enige zus en twee nichtjes al jaren spoorloos. Hij stond er helemaal alleen voor. Alleen hij en zijn muziek. Via zijn liedjes probeerde hij zijn vermiste familie te bereiken, die dan hopelijk weer contact met hem zou zoeken. Ruth moest erkennen dat ze zelf geen beter marketingplan had kunnen bedenken, al was Chris minder zielig dan de roddelpers deed geloven. Hij was, net als zij, een straatkind uit East End en daar had hij een harde leerschool gehad waardoor hij stevig in zijn schoenen stond. Dat hij een goede band had met Kian's moeder en op jonge leeftijd de beschikking kreeg over een aanzienlijke erfenis werd wijselijk verzwegen.
"Ruby Adams."
"Hè? Wat...?" schrok Ruth.
"Waar zit je met je gedachten, mooie dame?" grinnikte Vincent.
"O... eh... sorry. Ik ben een beetje moe. Wat zei je?"
Had hij zojuist werkelijk haar naam genoemd?
"Die vermiste zus van Chris Adams heette Ruby, toch?"
"Eh... ja," hakkelde ze terwijl haar hersenen overuren draaiden.
Ze kon moeilijk doen alsof ze het niet wist. Vincent kende haar goed genoeg om te weten dat ze de Britse popmuziek een warm hart toedroeg en een ruime feitenkennis over het onderwerp bezat. Hij moest eens weten hoe ruim die kennis in feite was.
"Ze was getrouwd met de zanger van Everest... Kian... Hoe heet ie ook alweer?"
"O'Donaghue," vulde Ruth aan terwijl ze opnieuw in haar tas groef om zijn blik te kunnen mijden. "Mag ik je trakteren op een kop koffie, Vince? Ik heb een nieuwe lunchroom ontdekt waar ze zalige koffie schenken. Ik ga eerst even bij V&D naar de wc en dan zie ik je zo meteen daar bij de ingang, oké?"
"Deal," zei Vincent met een brede grijns, verheugd dat ze hem ditmaal niet wegstuurde.
Terwijl Vincent de cd afrekende haastte Ruth zich naar buiten. Frisse lucht! Het liefste was ze nu haar eigen weg gegaan, maar ze durfde Vincent nu niet alleen te laten. Hij had haar lang geleden ontmoet in haar ware gedaante. Als hij naar aanleiding van Chris' cd op het punt stond te ontdekken wie ze daadwerkelijk was, wilde ze erbij zijn zodat ze onmiddellijk maatregelen kon treffen. Ze bleef langer dan nodig op het invalidentoilet terwijl ze zichzelf tot kalmte maande en probeerde een plan van aanpak te verzinnen. Ze wilde voorkomen dat hij weer over Chris of Everest begon. Ze moest hem afleiden. Rustig blijven, prentte ze zichzelf in. Rustig blijven en zelfvertrouwen uitstralen. Ik ben Ruth McKean. Ruby Adams bestaat niet meer.
“Hoe is het met je meiden?” wilde Vincent weten toen ze een plekje bij het raam hadden gevonden en hun bestelling hadden doorgegeven.
“Heel goed. Maar kinderen hebben altijd wel wat. Sharon kwam thuis met een vier voor Engels."
"Een vier?" herhaalde Vincent. "Voor Engels?"
"Ja, een rebelse puber in de dop. Ze vindt het niet nodig huiswerk te maken in een taal die ze al beheerst, maar ze komt er vanzelf wel achter dat het zo niet werkt. En Kate begint serieuze belangstelling te krijgen voor jongens, maar het kan nog erger... Ook sigaretten en alcohol vindt ze opeens mateloos interessant."
Vincent schudde lachend zijn hoofd. "Het leven is nooit saai als je kinderen hebt."
Een serveerster bracht twee dubbele espresso's. Ruth schoof haar koekje in zijn richting.
"Hoe was je marathon in Barcelona?” veranderde ze van onderwerp.
Blijven praten, dacht ze. Controle houden over het gesprek.
“Te warm en erg zwaar," antwoordde Vincent. "Maar gezien de omstandigheden ben ik best tevreden met de tijd die ik heb behaald.”
“Wat een prestatie. Tweeënveertig kilometer. Pffff... Hoeveel marathons loop je in een jaar?”
“Gemiddeld vier of vijf, meestal niet ver van huis. Er gaat namelijk veel tijd en geld zitten in reisjes naar het buitenland en ik kan niet altijd vrij nemen.”
“Stel dat je genoeg geld en tijd had, welke marathon zou dan bovenaan je verlanglijstje staan?”
“New York,” reageerde Vincent zonder aarzeling. “Dat lijkt me een waanzinnige stad, zo totaal anders dan Europese steden. Door de straten van Manhattan te mogen lopen is een droom, maar het is helaas ondoenlijk vanwege de hoge kosten en het tijdsverschil.”
“In westwaartse richting valt een jetlag meestal wel mee,” zei Ruth. “Naar het oosten is veel slopender.”
“Zo te horen heb je ervaring.”
“Jij niet?”
In de loop der jaren was ze haar reizende leven zo gewoon gaan vinden dat ze zich soms niet kon voorstellen dat andere mensen die ervaring niet hadden.
“Op de één of andere manier is een intercontinentale vlucht mij nog nooit gegund.”
Ruth fronste haar wenkbrauwen. “Proef ik hier een stukje frustratie?”
Vincent aarzelde. “Als je me niet uitlacht wil ik het je wel vertellen.”
“Ik lach niet. Erewoord.”
“Zoals veel kleine jongetjes wilde ik als kind piloot worden. Toen ik zeventien was wilde ik dat nog steeds, maar omdat ik een bril had spatte die droom als een zeepbel uiteen.”
“Wat sneu voor je. Heb je zulke slechte ogen?”
“Dat valt wel mee, maar voor aspirant piloten zijn de eisen erg streng. Hoewel ik intussen mijn draai heb gevonden bij de politie, vind ik vliegen nog steeds fantastisch. Ik zou dolgraag vaker willen vliegen, vooral op de lange afstanden."
Ze bestelden nog een tweede espresso. Vincent vervolgde zijn verhaal over vakanties in het verleden en de verre bestemmingen die nog op zijn verlanglijstje stonden. Ruth's gedachten dwaalden af. Zelf had ze een hekel gehad aan het vele reizen en met name de ellenlange vluchten, die ze dodelijk vermoeiend en saai vond. Maar het was prettig naar Vincent te luisteren en zijn ogen te zien twinkelen. Zijn enthousiasme werkte aanstekelijk waardoor Ruth geleidelijk ontspande. Aandachtig keek ze naar zijn bewegende lippen. Hij had een mooie mond die gemaakt leek om te worden gekust. Hoe graag zou ze zich naar hem toebuigen om haar lippen op de zijne te drukken. Niet voor het eerst veroorzaakte zijn aanblik jeukende kriebels in haar lijf en de wens om hem aan te raken. In de eenzaamheid van haar lege bed droomde ze soms dat ze in zijn armen lag. Dat hij de kleren van haar lijf pelde en haar naakte huid liefkoosde. Dan voelde ze hoe hij de kou in haar binnenste verjoeg met zijn warmte. Hoe hij bezit van haar nam en daarmee elke reden waarom ze dit leven niet meer wilde, vernietigde.
Haar depressieve gevoelens stonden lijnrecht tegenover haar lichamelijke processen. Haar hormonen waren springlevend en ze miste het liefdesspel meer dan ze wilde toegeven. De korte bevrediging die ze zichzelf soms in het donker gunde, woog niet op tegen het samenspel met een minnaar van vlees en bloed. Zou ze het durven, vroeg ze zich soms af. Zou ze zich ooit nog kunnen geven aan een andere man? Was er iemand die in de schaduw van haar eigen man kon staan? Iemand die zich met hem kon meten? Iemand aan wie ze zich letterlijk bloot durfde te geven?
Tot voor kort achtte ze het ondenkbaar dat iemand anders soortgelijke lustgevoelens in haar kon losmaken. Tot ze Vincent leerde kennen. Want hij deed haar hunkeren naar een nacht vol passie en orgastische seks, al zou het slechts eenmalig zijn. Nee, ze was niet verliefd op hem. Haar verlangen was puur lichamelijk. De ring aan zijn vinger betekende echter ook haar grootste frustratie. Vincent was gelukkig getrouwd en veel te braaf en onkreukbaar voor een slippertje. Getrouwd! Haar hersens gilden het uit. Vergeet hem! Ban hem uit je leven! Dit mag je hem en jezelf niet aandoen.
Ruth maakte aanstalten om te vertrekken. Ze vroeg om de rekening en legde een royale fooi op tafel.
"Heb je tijd om me even te helpen? Ik overweeg de aankoop van een tweedehands piano maar de zaak aan het Vrijthof heeft zo'n hoge entree dat ik er niet naar binnen kan zonder mezelf te vernederen."
Natuurlijk liep Vincent graag met haar mee, gevleid omdat ze actief om zijn hulp had gevraagd. Voor hem was het een koud kunstje om haar rolstoel over de twee stenen treden voor de ingang te tillen. Een man van middelbare leeftijd, vermoedelijk de verkoper, snelde toe toen hij hen zag.
"Goedemorgen, mevrouw McKean. Wat fijn u weer te zien."
Ze was hier dus niet voor het eerst concludeerde Vincent. Eigenlijk had hij nu afscheid willen nemen. Over een uur had hij met een goede vriend afgesproken om samen te sporten, maar zijn nieuwsgierigheid hield hem tegen. Ruth scheen zich niet meer van zijn aanwezigheid bewust te zijn. Met een kennersblik gleden haar ogen over de verzameling peperdure instrumenten in de showroom, sommigen met prijskaartjes van maar liefst vijf cijfers. Het duizelde Vincent. Zijn muzikale kennis beperkte zich tot wat de populaire radiozenders hem vertelden en zijn collectie platen en cd's. Inhoudelijk had hij er geen verstand van en talent al helemaal niet.
"Is het gelukt?" hoorde hij Ruth vragen.
"Jazeker, we hebben de Steinway gisteren opgehaald. Hij staat achter in de zaak."
Vincent volgde terwijl Ruth zich slalommend tussen de piano's naar achteren begaf. Daar stond een zwarte vleugel die aanzienlijk minder mooi glansde dan de exemplaren in de winkel.
"Hij is in slechtere staat dan u me voorspiegelde," zei Ruth kortaf.
"Enkel aan de buitenkant, mevrouw. Met het binnenwerk is niets mis. Voor een zacht prijsje knappen we hem helemaal voor u op. Voelt u zich vrij om hem even testen. Ik neem aan dat u zelf speelt?"
"Meneer Verbunt," antwoordde Ruth met lichte irritatie in haar stem. "Ik hèb gespeeld. Zoals u ziet kan ik de voetpedalen niet meer bedienen. De Steinway is niet voor mij, maar voor mijn dochters."
Enigszins in verlegenheid gebracht knikte de verkoper begrijpend en opende beide kleppen. Ruth mompelde iets binnensmonds terwijl ze haar rolstoel om de vleugel heen bewoog. Daarna hees ze zichzelf omhoog om aandachtig het binnenwerk te bekijken en zich vervolgens weer in haar stoel te laten zakken. Haar handen streelden het doffe hout. Ze keek met een afwezige blik naar de witte letters op de zwarte lak: Steinway & Sons. Haar gedachten waren mijlenver weg toen een weemoedige glimlach op haar gezicht verscheen.
Meneer Verbunt probeerde een grijns te verbergen toen hij de kruk opzij schoof en Ruth uitnodigde om achter de toetsen plaats te nemen. Met een plumeau veegde hij nog snel een paar stofjes weg. Het scheen niet tot Ruth door te dringen. Aarzelend hief ze haar handen op en legde haar vingers op de toetsen. Vincent kreeg kippenvel toen ze begon te spelen. Hij snapte niet waar die voetpedalen voor nodig waren want wat hij hoorde klonk fenomenaal. Met toenemende bewondering luisterde hij naar de melodie die bekend in zijn oren klonk maar die hij niet meteen kon plaatsen. Bij het refrein herkende hij het pas. Het was de recente hit van Chris Adams! Maar hoe en wanneer had ze die muziek ingestudeerd? Het nummer was amper een paar weken oud.
Op het moment dat een lichte kriebel in zijn keel hem deed kuchen stopte Ruth abrupt met haar spel. Haar handen vielen in haar schoot en geschrokken keek ze hem aan. Hij zag haar van kleur verschieten alsof ze in zijn bijzijn een misdrijf had gepleegd. Vanmorgen had hij ook al enige nervositeit bij haar opgemerkt, maar hij had gedaan alsof hij het niet zag. Ook nu herstelde ze vliegensvlug en richtte zich tot de verkoper.
"Ik koop hem voor tweeënhalf."
Meneer Verbunt glimlachte. "U maakt een grapje."
"Zie ik eruit als een grappenmaker?"
"Met alle respect, mevrouw McKean, maar u heeft waarschijnlijk niet begrepen wat de waarde van een echte Steinway is. Ik kan u voor de genoemde prijs wel een piano van een ander merk aanbieden,"
Hij wees op een instrument dat een zichtbaar goedkopere indruk maakte.
"Onderschatting van uw klanten is niet goed voor de verkoopcijfers," wees Ruth hem minzaam terecht. "Drieduizend voor de Steinway inclusief opknapbeurt en levering tot in mijn woonkamer. Graag of niet."
Als een stille getuige volgde Vincent het gesprek.
"Het spijt me, mevrouw. Deze vleugel is minimaal het dubbele waard. Menige kenner zal er zelfs in de huidige staat meer voor over hebben."
"Dan stel ik voor dat u een andere koper zoekt, meneer Verbunt. Dank u wel voor uw tijd en wellicht tot ziens."
"Wat had dat te betekenen?" vroeg Vincent toen hij Ruth weer naar buiten hielp. "Wil je die piano hebben of niet? Als je niet genoeg geld ervoor hebt..."
"Breng je me even naar mijn auto?" onderbrak ze hem. "Hij staat in de parkeergarage."
Hij snapte niet wat er met haar aan de hand was vandaag. Ze gedroeg zich anders dan anders. Hij mocht zelfs haar rolstoel duwen, wat ze zelden iemand toestond.
In de lift draaide Ruth zich naar hem om. "Ik zou een splinternieuwe kunnen kopen, maar deze Steinway is uit hetzelfde bouwjaar als de vleugel waarop ik als kind heb leren spelen. Daarom wil ik hem zo graag hebben. Hij heeft dezelfde kwaliteit en allure. Verbunt heeft gelijk. Vijfduizend is een mooie prijs, ook al heeft hij geleden."
"Je speelt werkelijk fantastisch, Ruth. Maar als je hem zo graag wilt hebben en je hebt het geld ervoor, waarom doe je dan zo moeilijk?"
"Het gaat niet om geld, maar om het spel. Dit is wat ik deed voordat ik in een rolstoel belandde. Onderhandelen is iets waar ik erg goed in was. Proberen hoever ik kan gaan. Erachter komen wat mensen me gunnen. Of niet. Als het lukt geeft me dat een enorme kick."
"Oké, ik geloof dat ik het snap. Maar wat doe je nu om die piano alsnog...?"
"Vleugel," verbeterde ze hem. "Geduld is het sleutelwoord. Ik wacht rustig af of ik morgen een telefoontje krijg met een tegenbod. Of overmorgen. Of over twee dagen."
"En als je niet wordt gebeld?"
"Dan verhoog ik mijn bod," grinnikte ze. "Een beetje."
<> <> <>
Toen Vincent een week later aan zijn vroege dienst wilde beginnen werd hij aangesproken door een collega van de nachtdienst.
“Jij hebt toch laatst een invalide vrouw uit de Maas gevist? Een Engelse?”
“Ja. Hoezo?”
“Afgelopen nacht lag ze er weer in.”
Vincent's adem stokte. Als versteend staarde hij naar zijn collega.
"Nee..." was het eerste wat hij moeizaam uitbracht. "Is...? Is ze...? Mijn god! Zeg me dat het niet waar is!"
© Fanny, oktober 2019
Top!